woensdag 1 november 2017

Togo 2017: een hilarisch verslag van een echte Avantareis

Laten we bij het begin beginnen.
Neem nu die openingszin in de Avanta-omschrijving van de Togoreis van herfst 2017 (citaat): “Er zijn van die landen waar het al vijftig jaar relatief rustig is…” Daar zal echter waarschijnlijk een stukje tekst zijn weggevallen: “…maar waaraan dan nu langzaam een einde komt.” En hoe verstandig is het trouwens om met een gezelschap van 13 personen op vrijdag de 13e te vertrekken naar een land waar animistische tradities en voodoo nog volop aanwezig zijn? Voor een reisorganisatie met solide christelijke signatuur blijkt dat geen probleem!
Enfin, midden in de zwoele Afrikaanse nacht van vrijdag op zaterdag arriveerden we in de hoofdstad Lomé. Daar werd bij het verlaten van het vliegveld de vervoerscapaciteit van twee gewone personenauto’s - naar lokaal gebruik – opgerekt tot eenmaal 7 en eenmaal 8 personen, incl. bagage. Maar dat zou nog wel vaker gaan gebeuren, de komende week.
Na de eerste overnachting in het keurige hotel Aurore was het volgens onze reisleider Gerard de hoogste tijd om de omgeving verkennen en ons Eurokapitaal te verzilveren (…) naar keiharde Togo-valuta. Na een wandelingetje van ongeveer 3,5 uur – gevoelstijd 7 uur – waren beide doelen behaald en hebben we zelfs en passant nog onbetaald werk geleverd: de eerste keer dat een Togolese vissersfamilie een stel blanken in dienst had.


Een mooi strand...

... waar de Avantareizigers aan het werk werden gezet

Op weg naar onze nieuwe bestemming raakten we bij het ‘busstation’ haast bedolven onder welwillende (?) chauffeurs die ons graag wilden rijden in hun eigen – op dat moment nog onzichtbare – minibusjes. Na onduidelijke onderhandelingen bleek onze reisleider te hebben gekozen voor een vehikel met kapotte voorruit en bijbehorende, gepassioneerde bestuurder.

Het busje met de kapotte voorruit
Begeleid door vrijwel permanent getoeter bracht deze combinatie ons tot aan het slaapadres in Atakpamé, waar we volgens programma twee nachten zijn gebleven.
De zondagmorgen waren we te gast bij ‘de kerk op de berg’, zoals de voorganger zei. Een feest om bij aanwezig te mogen zijn en om de interactie tussen ons zo verschillende gelovigen te zien plaatsvinden. De uitdaging om een geslaagde groepsfoto met de gemeente te nemen bleek wat te groot, maar die bewaren we gewoon voor een volgend bezoek.

In de kerk op de berg
Na een mooie middagwandeling hebben we ons opnieuw in allerlei bochten gewrongen om in zo min mogelijk auto’s terug te gaan naar ons huisje. Ook deze missie slaagde, we noteerden zelfs een nieuw record: 9 personen!

Records waren er nog meer: 
overal aan de kant de weg kun je zwaaaaar overbeladen vrachtwagens tegenkomen, die ontegenzeggelijk pech hebben. De chauffeur en bijrijder liggen waarschijnlijk onder de oplegger in de schaduw op hun matjes te wachten op de Afrikaanse Nieuwe Wegwerp Bandenservice.
Want vanzelfsprekend is een band pas echt aan z’n eind als hij lek is. Zolang de vellen er bij hangen maar er nog lucht in zit is er – voorlopig – nog niets aan de hand. En daarna vervang je hem door een bijna net zo nieuwe, met iets minder vellen.

Topzware vrachtwagen
Op weg naar de oude lemen hutten in Koutammakou, die ook bekend staat als de Tamberma Vallei. De reis ging voor onze begrippen voorspoedig, maar het dorp op zich was toch een echt stukje donker Afrika: De gids vertelde over al de amuletten aan en in de woningen en over de offers die aan de geesten moesten worden gebracht. Dat was een groot contrast met de kerkdienst van de dag daarvoor. Goed om gezien te hebben.

Amuletten, die voornamelijk bestaan uit dierenbotten en -huiden

Het wildpark van Sarakawa bleek wat minder wild dan we hoopten, maar dat werd ruimschoots gecompenseerd door de terugtocht naar Atakpamé. Vanwege onvrede over de huidige president waren er o.a. in Sokodé rellen uitgebroken, maar de hoofdweg voerde precies door die stad heen. En voor we het wisten zaten we tussen (de restanten van) brandende barricades, en werd er - pal voor onze neus - vanaf een tegemoetkomende legerjeep een (waarschuwings-?)schot gelost. Heel kort daarna reden we ook nog door de rook van een verse traangasgranaat, waarna de chauffeur de eerste minuut op het gevoel de barricades moest ontwijken. We stopten midden in de stad, die wel uitgestorven leek. Het was doodstil, waar het anders een mierennest met volop verkeer en drukte zou moeten zijn. Echt een heel bevreemdende ervaring was dat. Met behulp van de broer van de bestuurder zijn we maar van de hoofdweg afgeweken, teneinde in de toekomst nog eens een Avanta-reis te kunnen boeken.

Barricades op de weg
De watervallen van Womé waren de reis over echt belabberde bergwegen en de wandeling meer dan waard. Zwemmen in een waterval zonder krokodillen is toch wel een unieke ervaring. Zeker één van de hoogtepunten van deze vakantie.
Voor velen van onze groep was het daarnaast ook een hoogtepunt om erin te slagen zo basaal mogelijk te slapen. Liefst buiten, op de grond, onder een muskietennet. Deze jeugdige overmoed zij hen van harte gegund, ware het niet dat ze dan wel steeds bij de bedslapers wilden douchen… Jaja, zeg eens eerlijk: ben je dan wel een echte die-hard?

Waterval van Womé
Nog zo’n hoogtepunt, maar dan letterlijk: de bergtop van Mount Agu. De - zelfbenoemde - gids leidde ons rond in de geheime zendcatacomben, waarover we niemand mochten vertellen en ook vooral geen foto’s van mochten nemen. Misschien had dat trouwens wel gemogen als zijn huwelijksaanzoek aan één van onze jongedames was geaccepteerd. Hij wilde in ieder geval graag weten hoe het toch kwam dat er zich zoveel ‘onbemande’ vrouwen in dit gezelschap bevonden. Maar dat bleef ons best bewaarde geheim van deze reis, en voor verdere antwoorden verwezen we hem naar ons koningshuis en het kantoor van Avanta. (Tot op heden heeft deze man geen contact met ons opgenomen. EDV)

Op weg naar beneden bezochten we nog een schooltje waar onze reisleider zijn conditie op peil bracht middels gewichtheffen met leerlingen.

Trainende reisleider
Als je militairen ziet, die voor de broodnodige handhaving van de orde zorg dragen, is het toch mooi om dat te kunnen laten zien aan het thuisfront?? Zo’n foto met hen en ons erop zegt toch meer dan duizend woorden? Daar waren onze chauffeur en de gids niet echt van overtuigd. Gelukkig hebben enkele van onze camera’s blijkbaar een geheime stand: “spontane zelfontspanner”, zodat de eerste beelden reeds binnen waren, voordat bij hen de overtuiging was gegroeid, dat ons soort reizigers toch vooral vrede brengen wil. Uiteindelijk waren er zelfs diverse militairen bereid om met ‘Les Blancs’ te poseren.

Poseren met militairen
In Aneho bleken wij in het hotel van één van de slechts twee Engels sprekende Togolezen te zijn terecht gekomen. Deze is ons zeer ter wille geweest en arrangeerde zelfs een nachtelijk bezoek aan de grens met Benin, hoewel we allemaal aan deze kant van die grens moesten blijven.
Verder bracht hij ons de laatste dag eerst bij het strand, waar we verse kokosnoot aten.


En later bij het Lac Togo, wat we per zeilboot zonder roer (…) overstaken. Aan de overzijde aangekomen brachten wij een bezoek aan Togoville, waar christendom en voodoo-religie gelijktijdig voorkomen, als in een absurde samensmelting.
Op de weg terug bleek het meer slechts één meter diep en werd de zeilboot nu gebruikt om terug te punteren, zodat ieder van ons een bijkans Giethoornse ervaring had, om alvast aan thuis te wennen.

Punterend over het meer
Want naar huis gingen we ook, diezelfde avond nog. Maar niet zonder ons laatste record: met 20 volwassenen in een 12-persoons busje.
Terugziend op deze 9 dagen: Het was een feestje om hieraan deel te nemen.
Hopelijk: wordt ooit vervolgd!

Met dank aan Peter voor het reisverslag en de foto's!

Geen opmerkingen: