Het is weer de tijd van het jaar - glanzende brochures ploffen op de mat, je baas heeft al een paar keer gevraagd of je je vakantie door wilt geven en jij... kunt maar niet kiezen. Deze blog helpt je daarbij en onze reisgids en website natuurlijk ook. Heb je behoefte aan nog meer, diepgravende informatie over de landen waar je interesse in hebt, breng dan een bezoek aan één van de onderstaande musea in Leiden.
Als je nog geen idee hebt waar je naartoe wilt, zou je naar het Museum voor Volkenkunde kunnen gaan. Op een paar minuten lopen vanaf het station maak je een wereldreis onder één (heel groot) dak. Gaat je belangstelling uit naar een bepaald continent, dan kun je alleen die afdeling bezoeken.
In het Rijksmuseum voor Oudheden is tot 9 maart 2009 de tentoonstelling 'Iran in vogelvlucht' te zien. Schitterende foto's van het Iraanse landschap, gemaakt vanuit de lucht. Een aanrader voor iedereen die geïnteresseerd is in dit land en/of overweegt de reis die Avanta in november '09 aanbiedt, te gaan maken.
Tot en met 23 augustus 2009 is in Naturalis de tentoonstelling 'Wildebeesten - in volle vaart door Afrika met 1 miljoen gnoes ' te zien. Dit indrukwekkende natuurfenomeen vindt plaats in oktober, buiten het hoogseizoen dus. Wie deze reis boekt, komt wel door de Serengeti, waar het allemaal gebeurt, en gaat zeker gnoes tegenkomen. Dan lopen ze nog vredig te grazen, over een paar maanden daveren ze over de savanne!
Tot slot het Sieboldhuis, helemaal gewijd aan Japan. Op de website is veel informatie te vinden over dit unieke land met zijn eeuwenoude beschaving. Eigenlijk is een bezoek aan dit museum een must als je deze reis boekt.
E.
zaterdag 27 december 2008
woensdag 24 december 2008
kerst 2008
Hartelijke groet,
Het Avantateam, Ies Sr., Maty, Daan en Elzi
dinsdag 16 december 2008
Interview met Daan
Sinds 7,5 jaar maakt Daan de Voogd deel uit van de Avantafamilie. En alweer een paar jaar werkt hij full time bij de reisorganisatie. Tot opluchting van Ies Sr., die tickets boeken via internet maar een drama vindt… We stellen Daan een paar vragen over zijn bezigheden en beginnen met de vraag die hij de laatste tijd erg vaak hoort. Wanneer kunnen we de reisgids voor 2009 verwachten?!
Op dit moment ligt de gids bij de drukker. Als alles goed gaat valt hij tussen kerst en oud & nieuw op de mat!
Op dit moment ligt de gids bij de drukker. Als alles goed gaat valt hij tussen kerst en oud & nieuw op de mat!
Vertel eens iets over het samenstellen van zo’n reisgids. Is dat niet ieder jaar weer een gigantisch karwei?
Bepaalde reizen komen jaarlijks terug, zoals de jeugdreizen naar Noorwegen en de trektocht door de Himalaya. Om onze naam hoog te houden hebben we ieder jaar ook nieuwe, bijzondere bestemmingen in het aanbod, dit jaar bijvoorbeeld Tuva en Khakasië. Avanta is een kleine organisatie, dus dit soort reizen staan meestal maar een keer in de gids. Na het bedenken van de reizen, pakken we de kalender erbij en worden de reisleiders gebeld. Vervolgens komt de grootste klus: het schrijven van de teksten voor de reisgids en de website. Ook het uitzoeken van de foto’s is een heel werk, maar erg leuk. Deelnemers sturen ons de schitterendste foto’s, gemaakt tijdens onze reizen. Als je nog geen zin had om op reis te gaan, krijg je het wel tijdens het bekijken van die duizenden plaatjes! Daarna gaat alles naar de vormgever, de drukker en uiteindelijk naar TPG Post. Dat laatste wordt altijd eventjes gevierd op kantoor!
Je hebt in voorgaande jaren verschillende reizen geleid. Sta je weer in de gids als reisleider en heb je nog andere reisplannen?
Dit jaar sta ik niet bij een specifieke reis genoemd maar sta ik stand-by. Mocht er onverhoopt een reisleider uitvallen, dan is mijn backpack snel ingepakt! En ik heb erg veel zin om in het voorjaar de reis naar de Azoren te leiden. Omdat mijn vrouw Elzi studeert en nog geen rooster heeft voor die periode, is het even afwachten of dat gaat lukken. Het plan is om in de zomer met Elzi en zoontje Sybe per camper door Canada te reizen. Maar meestal plannen we onze privéreizen kort van tevoren, als het weer begint te kriebelen. Dat doet het op dit moment wel, dus wie weet waar we binnenkort zitten!
Favoriete reisherinnering?
Op safari in het Krugerpark, voorjaar 2006, met de hele Avantafamilie. We hadden erg veel geluk die dagen. We reden nog maar net het park in en er stak al een olifantenkudde de weg over, een paar meter voor de bus. Aan het eind van de eerste dag constateerden we dat we helaas geen leeuwen gezien hadden. Even later stond de koning der dieren in het licht van onze koplampen! Hij was wel enigszins gehavend en zo te zien zojuist onttroond, maar toch.
Stel, je krijgt morgen een open ticket en vrijaf zolang je wilt. Waar zou je naartoe gaan en waarom?
Socotra, een onbedorven eiland ten zuiden van Jemen en ten oosten van Somalië. Veel van de planten- en diersoorten hier vind je nergens anders ter wereld. Projectontwikkelaars hebben het eiland ook ontdekt en daar wordt het meestal niet leuker van. Ik wil er graag heen voordat er allerlei hotels uit het zand gestampt worden.
Heb je nog een insiderstip voor 2009?
Madagascar staat op veler verzoek weer in ons aanbod. Ook 33 dagen Spanje, Portugal en Marokko is een aanrader, ruim een maand vrijbuiteren - heerlijk!
vrijdag 5 december 2008
foto's Zuid-Afrika en Namibië
Langs de weg naar Skeleton Coast
Himba-jongen, op weg van Opuwa naar Sesfontein
Himba-jongen, op weg van Opuwa naar Sesfontein
naar Tsodillo Hills
pinguin op Boulders Beach bij Kaapstad
Himba-hutje
dune 47 in Naukluftpark, op weg naar Sossusvlei
Eén van de vele waterplaatsen in het Etoshapark
Zo mooi en zoveel variatie - je zou direct op het vliegtuig willen stappen. Avanta gaat er in april weer naartoe, je kunt nog mee!
Zo mooi en zoveel variatie - je zou direct op het vliegtuig willen stappen. Avanta gaat er in april weer naartoe, je kunt nog mee!
Foto's: Aukje V., zomer 2008
E.
maandag 24 november 2008
just married
Het tweede huwelijk in de Avantafamilie dit jaar! Vrijdag 21 november 2008 trouwden Hemma en Arnold in Middelburg. Net als Ies & Hannah leerden zij elkaar kennen op een Avantareis maar duurde het even voordat de vonk oversprong. Dat is nu drieenhalf jaar geleden. Vorig jaar zijn ze verloofd op Aruba. En natuurlijk gaat het kersverse echtpaar op huwelijksreis. Eerst een week aan de Braziliaanse kust, waar vermoedelijk veel gesurfd gaat worden... Daarna volgt een rondreis door Chili van vijf weken. Ze hebben beloofd speciaal voor deze weblog een verslag te schrijven, we gaan er dus meer van horen!
E.
dinsdag 18 november 2008
sneak peek reisaanbod 2009
Al wekenlang wordt er hard gewerkt aan de Avantareisgids voor 2009. Voor degenen die niet kunnen wachten tot deze het licht ziet, hier de link naar de voorjaarsreizen. Van Normandië tot Namibië en natuurlijk ontbreekt het altijd mooie Noorwegen (foto) ook niet!
E.
dinsdag 11 november 2008
Guestblogger Hemma over Ethiopië
Fleurige souvenirs
Smal paadje naar de rotskerk in Tigray
Hollandse spelletjes doen met Ethiopische kinderen
Moslima's in Harar
Smal paadje naar de rotskerk in Tigray
Hollandse spelletjes doen met Ethiopische kinderen
Moslima's in Harar
Ethiopië kan juist heel groen zijn
Eigenlijk dacht ik bij Ethiopië vooral aan droogte en honger. Dat dit land veel meer gezichten heeft, werd mij al snel duidelijk toen ik besloot een reis te boeken naar dit fascinerende land.
Addis Abeba ligt tussen de 2200 en 3000 meter hoogte en is daarmee bijna de hoogste hoofdstad van de wereld. Maar daar is niks van te merken als onze groep daar op een nacht in juli met het vliegtuig landt. Als we met onze enorme backpacks buiten komen, staan de taxichauffeurs te dringen om ons te mogen vervoeren. In oude roestige autootjes rijden ze ons voor een paar cent naar de andere kant van de stad. De stad is vies en donker, mensen liggen op straat te slapen en we zien groepjes kleine kinderen. Het hotel is voor Ethiopische begrippen vrij luxe, niet zo gek dus dat Nelson Mandela hier ook ooit een keer logeerde:)
Fans
Overal waar onze groep komt, hebben we in no time een horde fans achter ons aanlopen. Of het nu in een grote stad is of ergens midden in de rimboe: als paddestoelen uit de grond komen er op de meest gekke plaatsen kinderen met ons meelopen. Ethiopië staat ook bekend om de grote groepen kinderen die je kunnen achtervolgen. Volwassenen vinden dat vaak niet goed, omdat ze bang zijn dat de toeristen dan in het vervolg weg zullen blijven. We hebben verschillende keren meegemaakt dat kinderen een paar fikse klappen kregen met een stok om ze weg te houden bij ons. Ik vond het meestal juist wel gezellig al die kids. Ze konden ons Amhaars leren of wilden gewoon je hand vasthouden. Als we hoofd, schouders, knie en teen met ze deden, kwamen ze niet meer bij van de lach. En soms deelden we ballonnen of snoepjes uit. Dan moest je sterk zijn om jezelf staande te houden. Letterlijk, want aan alle kanten werd er dan aan je armen, kleren en benen getrokken.
De rotskerken van Tigray
Soms was het best handig om wat Ethiopiërs om je heen te hebben. Zoals bijvoorbeeld die keer dat we naar de rotskerken van Tigray gingen. Heel hoog in de rotsen zitten daar kerken verstopt. Een paar Ethiopiërs zijn zo vriendelijk om onze hand vast te houden en de weg te wijzen. De priester wordt ergens vandaan gehaald en deze oude man gaat ook mee naar boven. Het eerste stuk is makkelijk, maar dan ineens staan we voor een rotswand die bijna loodrecht omhoog loopt. Als we beseffen dat zelfs die oude priester hier omhoog kan komen en er vroeger zelfs moeders met kinderen omhoog klommen, dan moeten wij dit natuurlijk ook kunnen. Het leek een beetje op het klimmen tegen een rotswand in Nederland, maar dan zonder zekering. De enige zekering die je had was een Ethiopiër die soms ook zonder schaamte met twee handen je billen ondersteunde. We zijn allemaal veilig boven (en weer beneden) gekomen dus het heeft wel geholpen. Onderweg zien we een hoop skeletten in een grot liggen. Mensen willen hier speciaal begraven worden. Het laatste stukje is een meter brede richel naast een afgrond van zo’n 400 meter. Best eng, maar absoluut de moeite waard als we de kerk (na een veel te lange ceremonie van de priester) in mogen. De muren en plafonds zijn beschilderd met personen en verhalen uit de Bijbel. Ongelooflijk dat zo’n kunstwerk ergens in de rimboe van Ethiopië verstopt zit.
Koffieceremonie
De natuur van Ethiopie is enorm divers. De reis ging naar Noord- en Oost Ethiopië. Van ruige, droge rotspartijen in Dire Dawa tot heel veel groen in de omgeving van Gondar. Met bloemen, kleurrijke vogels en enorme panoramaviews is Ethiopië echt adembenemend. We hebben verschillende keren prachtige wandelingen gemaakt. Soms werden we dan uitgenodigd bij locals die ons de koffie-ceremonie lieten zien. Een echte Ethiopische traditie waarbij het hele proces van koffiebonen branden, malen en koffie drinken gedaan wordt. Maar ik drink geen koffie dus ik weet niet of dit lekker was. We werden ook een keer uitgenodigd in een klein hutje bij een vrouw thuis. Ze had bijna niks, maar toch mocht de hele groep binnenkomen en kregen we allemaal gekookte aardappels van haar. Een enorme traktatie van iemand die in zoveel armoede leeft.
Armoede
Helaas hebben we heel veel armoede gezien. Kinderen die op straat slapen, hele kleine hutjes van oude lappen, bedelende mensen, mensen met lepra enz. Echt honger hebben we niet veel gezien omdat dit in het noorden wat minder voorkomt. Maar kleine, ondervoede kindjes zonder schoenen en kapotte kleren zagen we de hele reis door. Het is ongelooflijk hoe vrolijk alle mensen daar zijn. Ze hebben zo weinig, maar toch waren we overal welkom en kregen we altijd een big smile.
Hyena’s voeren in Harar
We hebben verschillende steden bezocht, maar de meest fascinerende vond ik Harar. Voor moslims wordt deze stad wel gezien als de vierde heilige stad van de islam. Harar heeft 99 moskeeën, heel veel kleine straatjes en er is overal markt. Het lijkt wel of iedereen in deze kleurrijke stad op straat leeft. Omdat er zoveel moslims wonen, besluiten wij om ons daar op aan te passen en een hoofddoek te kopen. Van alle kanten worden we daarmee geholpen. Vrouwen adviseren ons bij de kleur en kleine jochies van twaalf leren ons hoe we hem om moeten knopen. ’s Avonds gaan we naar de hyenaman van Harar. Een toeristische attractie, maar wel heel leuk en spannend. Als het donker geworden is, vertelt een local ons waar de hyenaman die avond is. We lopen door allerlei onverlichte steegjes dwars door de stad. Als we aan de rand van de stad aankomen staren zo’n 14 paar glimmende hyenaogen ons aan. De hyenaman neemt ons geld in ontvangst en begint met het voeren van de beesten. Stoer doet hij een stokje vlees in zijn mond en een hyena springt er naartoe om het op te vreten. Wij mogen het ook proberen. Een paar minuten eerder vertelde een groepsgenoot mij nog dat de kaken van een hyena nog sterker zijn dan die van een krokodil, maar toch loop ik (trillend) naar de bak met vlees en hou een stokje naar voren. Gewoon met mijn hand, dat wel. Ik ben zelfs bang voor een spin dus dit is een hele stap. Vijf gulzige hyena’s staan klaar om het vlees uit mijn hand te snaaien, maar wie het eerst komt wie het eerst maalt. En mijn hand zit er nog aan. Zo eng was het eigenlijk niet eens.
Echt Afrika
Wie naar Ethiopië gaat, moet dealen met echte Afrikaanse praktijken zoals grote vertragingen als je een binnenlandse vlucht neemt, kakkerlakken in je ‘hotel’, corruptie, vlees met ziekmakende bacteriën enz. Maar toch is dit land zeker de moeite waard om te bezoeken vanwege de prachtige natuur, de vriendelijke mensen en de fascinerende cultuur. In de gids stond: Zuid-Ethiopië en Kenia. Dit kon niet doorgaan vanwege gerommel in Kenia, maar wie weet komt er een vervolg op Noord en Oost Ethiopië…ik ga zeker mee!
Eigenlijk dacht ik bij Ethiopië vooral aan droogte en honger. Dat dit land veel meer gezichten heeft, werd mij al snel duidelijk toen ik besloot een reis te boeken naar dit fascinerende land.
Addis Abeba ligt tussen de 2200 en 3000 meter hoogte en is daarmee bijna de hoogste hoofdstad van de wereld. Maar daar is niks van te merken als onze groep daar op een nacht in juli met het vliegtuig landt. Als we met onze enorme backpacks buiten komen, staan de taxichauffeurs te dringen om ons te mogen vervoeren. In oude roestige autootjes rijden ze ons voor een paar cent naar de andere kant van de stad. De stad is vies en donker, mensen liggen op straat te slapen en we zien groepjes kleine kinderen. Het hotel is voor Ethiopische begrippen vrij luxe, niet zo gek dus dat Nelson Mandela hier ook ooit een keer logeerde:)
Fans
Overal waar onze groep komt, hebben we in no time een horde fans achter ons aanlopen. Of het nu in een grote stad is of ergens midden in de rimboe: als paddestoelen uit de grond komen er op de meest gekke plaatsen kinderen met ons meelopen. Ethiopië staat ook bekend om de grote groepen kinderen die je kunnen achtervolgen. Volwassenen vinden dat vaak niet goed, omdat ze bang zijn dat de toeristen dan in het vervolg weg zullen blijven. We hebben verschillende keren meegemaakt dat kinderen een paar fikse klappen kregen met een stok om ze weg te houden bij ons. Ik vond het meestal juist wel gezellig al die kids. Ze konden ons Amhaars leren of wilden gewoon je hand vasthouden. Als we hoofd, schouders, knie en teen met ze deden, kwamen ze niet meer bij van de lach. En soms deelden we ballonnen of snoepjes uit. Dan moest je sterk zijn om jezelf staande te houden. Letterlijk, want aan alle kanten werd er dan aan je armen, kleren en benen getrokken.
De rotskerken van Tigray
Soms was het best handig om wat Ethiopiërs om je heen te hebben. Zoals bijvoorbeeld die keer dat we naar de rotskerken van Tigray gingen. Heel hoog in de rotsen zitten daar kerken verstopt. Een paar Ethiopiërs zijn zo vriendelijk om onze hand vast te houden en de weg te wijzen. De priester wordt ergens vandaan gehaald en deze oude man gaat ook mee naar boven. Het eerste stuk is makkelijk, maar dan ineens staan we voor een rotswand die bijna loodrecht omhoog loopt. Als we beseffen dat zelfs die oude priester hier omhoog kan komen en er vroeger zelfs moeders met kinderen omhoog klommen, dan moeten wij dit natuurlijk ook kunnen. Het leek een beetje op het klimmen tegen een rotswand in Nederland, maar dan zonder zekering. De enige zekering die je had was een Ethiopiër die soms ook zonder schaamte met twee handen je billen ondersteunde. We zijn allemaal veilig boven (en weer beneden) gekomen dus het heeft wel geholpen. Onderweg zien we een hoop skeletten in een grot liggen. Mensen willen hier speciaal begraven worden. Het laatste stukje is een meter brede richel naast een afgrond van zo’n 400 meter. Best eng, maar absoluut de moeite waard als we de kerk (na een veel te lange ceremonie van de priester) in mogen. De muren en plafonds zijn beschilderd met personen en verhalen uit de Bijbel. Ongelooflijk dat zo’n kunstwerk ergens in de rimboe van Ethiopië verstopt zit.
Koffieceremonie
De natuur van Ethiopie is enorm divers. De reis ging naar Noord- en Oost Ethiopië. Van ruige, droge rotspartijen in Dire Dawa tot heel veel groen in de omgeving van Gondar. Met bloemen, kleurrijke vogels en enorme panoramaviews is Ethiopië echt adembenemend. We hebben verschillende keren prachtige wandelingen gemaakt. Soms werden we dan uitgenodigd bij locals die ons de koffie-ceremonie lieten zien. Een echte Ethiopische traditie waarbij het hele proces van koffiebonen branden, malen en koffie drinken gedaan wordt. Maar ik drink geen koffie dus ik weet niet of dit lekker was. We werden ook een keer uitgenodigd in een klein hutje bij een vrouw thuis. Ze had bijna niks, maar toch mocht de hele groep binnenkomen en kregen we allemaal gekookte aardappels van haar. Een enorme traktatie van iemand die in zoveel armoede leeft.
Armoede
Helaas hebben we heel veel armoede gezien. Kinderen die op straat slapen, hele kleine hutjes van oude lappen, bedelende mensen, mensen met lepra enz. Echt honger hebben we niet veel gezien omdat dit in het noorden wat minder voorkomt. Maar kleine, ondervoede kindjes zonder schoenen en kapotte kleren zagen we de hele reis door. Het is ongelooflijk hoe vrolijk alle mensen daar zijn. Ze hebben zo weinig, maar toch waren we overal welkom en kregen we altijd een big smile.
Hyena’s voeren in Harar
We hebben verschillende steden bezocht, maar de meest fascinerende vond ik Harar. Voor moslims wordt deze stad wel gezien als de vierde heilige stad van de islam. Harar heeft 99 moskeeën, heel veel kleine straatjes en er is overal markt. Het lijkt wel of iedereen in deze kleurrijke stad op straat leeft. Omdat er zoveel moslims wonen, besluiten wij om ons daar op aan te passen en een hoofddoek te kopen. Van alle kanten worden we daarmee geholpen. Vrouwen adviseren ons bij de kleur en kleine jochies van twaalf leren ons hoe we hem om moeten knopen. ’s Avonds gaan we naar de hyenaman van Harar. Een toeristische attractie, maar wel heel leuk en spannend. Als het donker geworden is, vertelt een local ons waar de hyenaman die avond is. We lopen door allerlei onverlichte steegjes dwars door de stad. Als we aan de rand van de stad aankomen staren zo’n 14 paar glimmende hyenaogen ons aan. De hyenaman neemt ons geld in ontvangst en begint met het voeren van de beesten. Stoer doet hij een stokje vlees in zijn mond en een hyena springt er naartoe om het op te vreten. Wij mogen het ook proberen. Een paar minuten eerder vertelde een groepsgenoot mij nog dat de kaken van een hyena nog sterker zijn dan die van een krokodil, maar toch loop ik (trillend) naar de bak met vlees en hou een stokje naar voren. Gewoon met mijn hand, dat wel. Ik ben zelfs bang voor een spin dus dit is een hele stap. Vijf gulzige hyena’s staan klaar om het vlees uit mijn hand te snaaien, maar wie het eerst komt wie het eerst maalt. En mijn hand zit er nog aan. Zo eng was het eigenlijk niet eens.
Echt Afrika
Wie naar Ethiopië gaat, moet dealen met echte Afrikaanse praktijken zoals grote vertragingen als je een binnenlandse vlucht neemt, kakkerlakken in je ‘hotel’, corruptie, vlees met ziekmakende bacteriën enz. Maar toch is dit land zeker de moeite waard om te bezoeken vanwege de prachtige natuur, de vriendelijke mensen en de fascinerende cultuur. In de gids stond: Zuid-Ethiopië en Kenia. Dit kon niet doorgaan vanwege gerommel in Kenia, maar wie weet komt er een vervolg op Noord en Oost Ethiopië…ik ga zeker mee!
Vrolijke kerkdienst in Dire Dawa
dinsdag 4 november 2008
meer Peru-foto's
Hoog boven het bekende, maar fascinerende Machu Picchu
cavia's in de keuken
Inzegenen van voertuigen in Copacabana
Reizen heeft soms ook nadelen...
Romantisch tegen wil en dank - geen electriciteit op Amantani
Hannah met onze gastvrouw
Avond op Amantani, Titicacameer
Drijvende school op het Titicacameer
Mountainbiken langs de Inca-jungletrail naar Machu Picchu
Lees meer over deze reis in het bericht hieronder!
Reizen heeft soms ook nadelen...
Romantisch tegen wil en dank - geen electriciteit op Amantani
Hannah met onze gastvrouw
Avond op Amantani, Titicacameer
Drijvende school op het Titicacameer
Mountainbiken langs de Inca-jungletrail naar Machu Picchu
Lees meer over deze reis in het bericht hieronder!
donderdag 23 oktober 2008
guestblogger Ies Goedbloed Jr. deel II: Peru
Met de partybus van Quito naar Lima
Na meer dan vier weken in het veelzijdige Ecuador namen Hannah en ik de bus van Quito naar Lima. Een tocht waar we 32 uur over deden - dat is dan inclusief de gebruikelijke 6 uur pech. Ondanks het feit dat deze busreis wel erg lang duurde was hij allerminst saai te noemen. De bus herbergde een zeer gemêleerd gezelschap, variërend van orthodoxe Joden tot een feestende negerfamilie uit Colombia. Nadat de radio het begeven had begonnen zij zelf muziek te produceren en te dansen in het gangpad.
Ook het landschap maakte deze tocht erg boeiend. We begonnen op meer dan 3000 meter hoogte, waarna we door nevelwouden reden en eindigden in een woestijn op zeeniveau. 's Avonds laat kwamen we aan in Lima.
Pisco en Ballestas
Na een nacht goed slapen vertrokken we alweer naar Pisco, een stad drie uur rijden ten zuiden van Lima. Dit is één van de steden die het zwaarst getroffen werden tijdens de aardbeving in 2007, de sporen van de aardbeving zie je overal; veel huizen en wegen moeten nog worden gerepareerd. Vanuit Pisco gingen we met een boottocht naar de Ballestas eilanden, die zo’n 1,5 uur varen uit de kust liggen en waar gigantische aantallen zeeleeuwen en zeevogels leven. Tezamen produceren deze vogels een buitensporige hoeveelheid poep die gewonnen en vervolgens als mest verkocht wordt.
Gedurende de hele tocht waren we alert op dolfijnen, want we wisten dat die hier te zien zouden moeten zijn. Ondanks intensief speuren konden we ze niet vinden, maar bij aankomst in het haventje bleek daar een school tuimelaars tussen de steigers te zwemmen!
‘s Middags bezochten we nog het nationaal Park Paracas, een kustwoestijn. We aten in een afgelegen dorpje in een restaurant op de pier. Terwijl we een geweldig lekker maal verorberden scoorden we nog een groep tuimelaars, een zeeotter en een flinke lading interessante vogels.
We hadden deze dag een zeer behulpzame gids, die het geweldig vond dat ik naar vogels keek – een gewoonte die meer mensen zouden mogen hebben. Hij had ons al verschillende keren verteld dat we nog makkelijk de bus naar Nazca konden halen. Deze bus zou vertrekken om 16.00u. Rond die tijd huppelden we echter nog vrolijk door de woestijn. Uiteindelijk waren we rond 17.00u weer in Pisco en daar bleek dat de bus nog niet gearriveerd was. Hannah en ik haastten ons om onze backpacks op te halen in het hotel. Snel weer terug naar het busstation en inderdaad kwam een uur of drie later de bus aanrijden. Dat wil zeggen, de bus stopte om onverklaarbare reden een kilometer verderop, zodat we eerst nog een flink eind moesten lopen.
Zuinige Zeeuwen in Nazca
Nazca is bekend om de Nazca-lijnen. In een ver verleden maakte het Nazca-volk hier figuren in het zand, niets bijzonders zou je zeggen, ware het niet dat deze figuren alleen fatsoenlijk te zien zijn vanuit de lucht. Dit heeft ervoor gezorgd dat vele mensen denken dat dit volk kon vliegen, maar het bewijs daarvoor is nooit geleverd. In Nazca zelf kun je voor veel geld een rondvlucht maken om deze lijnen te zien. Als zuinige Zeeuwen besloten wij het te doen met een bezoek aan een museum over dit verschijnsel.
In Nazca zocht ik een tijd naar een bus die ons overdag naar Cuzco kon brengen. Tijdens deze zoektocht kwam ik twee dingen te weten: er gaan alleen ’s nachts bussen naar Cuzco en levende lama’s kunnen onderin de bus.
De Inca-jungle trail
Van alle steden die wij in Peru bezochten was Cuzco zeker de mooiste en gezelligste. Mooie pleinen, smalle, steile straatjes en statige koloniale gebouwen. Cuzco is een zeer toeristische stad omdat het de uitvalsbasis is voor trektochten naar Machu Picchu. De meeste van deze trektochten zijn zeer prijzig en je loopt er in de file, iets waar wij uiteraard geen zin in hadden. Wij kozen voor een alternatief; de zogenaamde “Inca-jungle-trail” een vierdaagse tocht die begint met een spectaculaire bustocht naar een meer dan vier kilometer hoog gelegen pas. Daar stapten we over op mountainbikes en reden we urenlang bergafwaarts, eerst over verharde, daarna over onverharde wegen. We waren niet de enige toeristen die voor dit alternatief hadden gekozen. Regelmatig haalden we andere mountainbikers in die duidelijk niet vaak fietsten. Verschillende mensen raakten lichtgewond en sommigen besloten zelfs dit fietstochtje te staken en verder te gaan met de bus.
De tweede dag van de trail liepen we over steile bergpaden. Diep onder ons stroomde de Rio Urubamba en ondertussen luisterden we naar de vogels, de stilte en zo nu en dan de panfluit van onze gids. Het middagmaal gebruikten we bij een familie die diep in de bergen woonde. We kregen geen cuy (cavia) te eten, maar zo te zien stond dat wel regelmatig op het menu. In de keuken liepen er een stuk of twintig vrij rond die nog moesten worden vetgemest. We kampeerden bij warmwaterbronnen, waarin we ons bij de opkomende volle maan uitgebreid opfristen.
Via verlaten treinsporen kwamen we aan het einde van de derde dag in het dorp Aguas Caliente. Het enige bestaansrecht van dit dorp is toerisme. Toch is het een erg leuk dorp, klein, gezellig en autovrij, want het is alleen via junglepaden of met de trein te bereiken.
Na meer dan vier weken in het veelzijdige Ecuador namen Hannah en ik de bus van Quito naar Lima. Een tocht waar we 32 uur over deden - dat is dan inclusief de gebruikelijke 6 uur pech. Ondanks het feit dat deze busreis wel erg lang duurde was hij allerminst saai te noemen. De bus herbergde een zeer gemêleerd gezelschap, variërend van orthodoxe Joden tot een feestende negerfamilie uit Colombia. Nadat de radio het begeven had begonnen zij zelf muziek te produceren en te dansen in het gangpad.
Ook het landschap maakte deze tocht erg boeiend. We begonnen op meer dan 3000 meter hoogte, waarna we door nevelwouden reden en eindigden in een woestijn op zeeniveau. 's Avonds laat kwamen we aan in Lima.
Pisco en Ballestas
Na een nacht goed slapen vertrokken we alweer naar Pisco, een stad drie uur rijden ten zuiden van Lima. Dit is één van de steden die het zwaarst getroffen werden tijdens de aardbeving in 2007, de sporen van de aardbeving zie je overal; veel huizen en wegen moeten nog worden gerepareerd. Vanuit Pisco gingen we met een boottocht naar de Ballestas eilanden, die zo’n 1,5 uur varen uit de kust liggen en waar gigantische aantallen zeeleeuwen en zeevogels leven. Tezamen produceren deze vogels een buitensporige hoeveelheid poep die gewonnen en vervolgens als mest verkocht wordt.
Gedurende de hele tocht waren we alert op dolfijnen, want we wisten dat die hier te zien zouden moeten zijn. Ondanks intensief speuren konden we ze niet vinden, maar bij aankomst in het haventje bleek daar een school tuimelaars tussen de steigers te zwemmen!
‘s Middags bezochten we nog het nationaal Park Paracas, een kustwoestijn. We aten in een afgelegen dorpje in een restaurant op de pier. Terwijl we een geweldig lekker maal verorberden scoorden we nog een groep tuimelaars, een zeeotter en een flinke lading interessante vogels.
We hadden deze dag een zeer behulpzame gids, die het geweldig vond dat ik naar vogels keek – een gewoonte die meer mensen zouden mogen hebben. Hij had ons al verschillende keren verteld dat we nog makkelijk de bus naar Nazca konden halen. Deze bus zou vertrekken om 16.00u. Rond die tijd huppelden we echter nog vrolijk door de woestijn. Uiteindelijk waren we rond 17.00u weer in Pisco en daar bleek dat de bus nog niet gearriveerd was. Hannah en ik haastten ons om onze backpacks op te halen in het hotel. Snel weer terug naar het busstation en inderdaad kwam een uur of drie later de bus aanrijden. Dat wil zeggen, de bus stopte om onverklaarbare reden een kilometer verderop, zodat we eerst nog een flink eind moesten lopen.
Zuinige Zeeuwen in Nazca
Nazca is bekend om de Nazca-lijnen. In een ver verleden maakte het Nazca-volk hier figuren in het zand, niets bijzonders zou je zeggen, ware het niet dat deze figuren alleen fatsoenlijk te zien zijn vanuit de lucht. Dit heeft ervoor gezorgd dat vele mensen denken dat dit volk kon vliegen, maar het bewijs daarvoor is nooit geleverd. In Nazca zelf kun je voor veel geld een rondvlucht maken om deze lijnen te zien. Als zuinige Zeeuwen besloten wij het te doen met een bezoek aan een museum over dit verschijnsel.
In Nazca zocht ik een tijd naar een bus die ons overdag naar Cuzco kon brengen. Tijdens deze zoektocht kwam ik twee dingen te weten: er gaan alleen ’s nachts bussen naar Cuzco en levende lama’s kunnen onderin de bus.
De Inca-jungle trail
Van alle steden die wij in Peru bezochten was Cuzco zeker de mooiste en gezelligste. Mooie pleinen, smalle, steile straatjes en statige koloniale gebouwen. Cuzco is een zeer toeristische stad omdat het de uitvalsbasis is voor trektochten naar Machu Picchu. De meeste van deze trektochten zijn zeer prijzig en je loopt er in de file, iets waar wij uiteraard geen zin in hadden. Wij kozen voor een alternatief; de zogenaamde “Inca-jungle-trail” een vierdaagse tocht die begint met een spectaculaire bustocht naar een meer dan vier kilometer hoog gelegen pas. Daar stapten we over op mountainbikes en reden we urenlang bergafwaarts, eerst over verharde, daarna over onverharde wegen. We waren niet de enige toeristen die voor dit alternatief hadden gekozen. Regelmatig haalden we andere mountainbikers in die duidelijk niet vaak fietsten. Verschillende mensen raakten lichtgewond en sommigen besloten zelfs dit fietstochtje te staken en verder te gaan met de bus.
De tweede dag van de trail liepen we over steile bergpaden. Diep onder ons stroomde de Rio Urubamba en ondertussen luisterden we naar de vogels, de stilte en zo nu en dan de panfluit van onze gids. Het middagmaal gebruikten we bij een familie die diep in de bergen woonde. We kregen geen cuy (cavia) te eten, maar zo te zien stond dat wel regelmatig op het menu. In de keuken liepen er een stuk of twintig vrij rond die nog moesten worden vetgemest. We kampeerden bij warmwaterbronnen, waarin we ons bij de opkomende volle maan uitgebreid opfristen.
Via verlaten treinsporen kwamen we aan het einde van de derde dag in het dorp Aguas Caliente. Het enige bestaansrecht van dit dorp is toerisme. Toch is het een erg leuk dorp, klein, gezellig en autovrij, want het is alleen via junglepaden of met de trein te bereiken.
Machu Picchu
Op de ochtend van de vierde dag vertrokken we om 4.00u s’ochtends naar Machu Picchu. Ons vroege vertrek had drie redenen: 1) de ochtendnevel boven de ruïnes zien optrekken is prachtig 2) je bent in Machu Picchu voordat er 5000 andere toeristen arriveren 3) lopen door een donker oerwoud is boemlau.
Aanvankelijk was ik bang dat Machu Picchu misschien tegen zou vallen, maar dat deed het absoluut niet. Een beetje jammer dat je later op de dag struikelt over de toeristen, maar ook hier bleek weer dat je je gemakkelijk aan de kudde kunt onttrekken. We besloten naar de top van de berg Machu Picchu te lopen (waar de stad dus naar vernoemt is) en prompt kwamen we geen hond meer tegen en slechts vijf toeristen. En dat terwijl je vanaf de top een uitzonderlijk mooi uitzicht hebt over de stad.
Pinpaspaniek
Met trein en bus gingen we terug naar Cuzco. Hier brachten we de zondag door en ging ik hard op zoek naar mijn pinpas die op onverklaarbare wijze verdwenen was. Ik bezocht de bank waar ik voor het laatst gepind had, om te kijken of ik de pas daar misschien per ongeluk had achtergelaten. Dat klinkt behoorlijk dom, maar overkomt heel wat toeristen, omdat het pinautomaat eerst geld geeft en daarna de pas. Bij de bank kwam ik erachter dat veel mensen enthousiast wegrennen als ze hun geld hebben. Nadat ik met mijn Spaanse woordenboek had duidelijk gemaakt dat ik mijn pinpas was verloren, werden er direct een stuk of twintig pinpassen tevoorschijn getoverd. Waar de mijne helaas niet tussen zat. Dat was een behoorlijke tegenvaller, want hiermee was de laatste mogelijkheid om eenvoudig aan geld te komen verdwenen. We konden nu nog stelen, bedelen of opbellen naar de Postbank om hen via Western Union geld aan ons te laten overmaken. We besloten uiteindelijk het laatste te doen.
Drijvende eilanden
Vanuit Lima namen we een binnenlandse vlucht naar Juliaca. Vanhier gingen we naar Puno, waar we ons inscheepten voor een tocht naar de Uros eilanden en de eilanden Amantani en Taquile. De Uros eilanden zijn door mensen (het Uros-volk) van riet gemaakte, drijvende eilanden. Zij bedachten deze methode om de Incas te kunnen ontvluchten. Nog steeds leven de Uros op deze manier en houden zij zich in leven met vissen en toerisme. Na een urenlange vaartocht meerden we aan op Amantani. Al dwalende over het eilandje kwamen we plotseling terecht bij een bruiloft. Vanaf een wat hoger gelegen punt hadden we een leuk uitzicht over de feestende dorpelingen. Het maïsbier vloeide rijkelijk, getuige de oude mannetjes die met grote regelmaat achter een oud muurtje verdwenen. Tegen de avond waren we op het strand en zagen overal aan de horizon de besneeuwde toppen van de Andes. Nadat het helemaal donker was geworden genoten we van de sterrenhemel, die we door de heldere lucht en het volledig ontbreken van lichtvervuiling beter dan ooit te zien kregen.
We brachten de nacht door in het huis van een minivrouwtje dat zoals alle vrouwen hier geheel traditioneel gekleed was. In een rokerig keukentje maakte ze op het vuur een lekkere maaltijd voor ons klaar. Bij het licht van kaarsen zochten we ons bed op, want van elektriciteit hebben ze op Amantani nog nooit gehoord.
Grensperikelen en de bodem van onze geldkist
Teruggekomen in Puno namen we de bus naar de Boliviaanse grens. Tot nu toe hadden grenzen ons geen enkel probleem opgeleverd, ook niet met het noodpaspoort van Hannah. Normaalgesproken is een noodpaspoort voor corrupte grenswachters een uitgelezen mogelijkheid om aan wat extra geld te komen. Daar Bolivia bekend staat om corrupte grenswachters verwachtten we problemen en die kregen we dan ook. Niet vanwege het noodpaspoort, maar vanwege één of ander klein papiertje dat we bij binnenkomst van Peru gekregen zouden moeten hebben. Dit papiertje hadden wij niet meer en dat was uiteraard “no problem” als we maar even $5,- per persoon op tafel legden. Daar had ik geen zin in en ik protesteerde heftig. Dat schoot de baas der grenswachters in het verkeerde keelgat. Vervolgens gooide ik het snel over een andere boeg en begon een slijmoffensief, maar zonder resultaat. We werden van de Peruaanse naar de Boliviaanse post gestuurd en daar werd uiteraard naar het betreffende briefje gevraagd. Wijs geworden besloten we de grenswachter aldaar direct een kleinigheid toe te stoppen en konden we zonder verdere “problems” Bolivia in.
We verbleven nu aan de zuidkant van het Titicacameer in Copacabana een bedevaartsoord voor Bolivianen. Middenin dit stadje staat een grote witte kerk en voor de kerk verzamelt zich twee keer per dag een stoet auto’s, vrachtwagens etc. Vervolgens komt er een priester die de voertuigen inzegent en besprenkelt met wijwater. Na de inzegening doen de eigenaars zelf het nog eens dunnetjes over: ze bedelven de auto’s onder een lading bier en rozenblaadjes en steken vuurwerk af, pas daarna kun je veilig op weg.
Vanuit Copacabana vertrokken we naar La Paz, in deze drukke, maar mooi gelegen stad verbleven we nog twee dagen.
De laatste nacht sliepen we noodgedwongen op het vliegveld, dat was namelijk gratis en ons geld was nu ècht op…
vrijdag 17 oktober 2008
Wintersport
Over een poosje is het weer zover: wintersport!! Sommigen zegt het misschien niks, maar velen zullen bij het horen van dit woord een dromerige blik in de ogen krijgen. En terecht.
Het begint al zodra je in de auto stapt. De sfeer komt er in de auto al aardig in en na een paar uur rijden komt het onvermijdelijke “eerste sneeuw moment”. Op een nachtelijk uur wordt er in Duitsland gestopt en er is warempel sneeuw te zien. De wakkeren zullen onmiddellijk fanatiek een sneeuwballen gevecht starten, terwijl de slapers nog eens wat harder gaan snurken.
Na een lange rit kom je aan op de plaats van bestemming: een gezellig huisje in een besneeuwde vallei.
De volgende dag ga je direct boarden of skiën, een kwartier lopen en je staat onderaan de pistes van het Zillertal: 260 km piste en door de gletsjer 100% sneeuwzeker. Na een dag fanatiek sporten, kom je uitgeput aan in Vorderlanersbach. Dan sta je voor een moeilijke keuze: eerst nog even après-skiën in de Kasermandl, of gelijk naar het warme huisje om aldaar een bak warme chocomel te nuttigen.
Als het gelukt is om deze keuze te maken, rest je nog maar een ding: eten! ’s Avonds kun je uiteraard nog een spelletje doen, of besluiten om vroeg naar bed te gaan. Misschien droom je wel dat er een heel dik pak poedersneeuw valt (gelijk een goede reden om de volgende dag vroeg wakker te worden).
Dit is een gemiddelde wintersportdag als je met Avanta mee naar Oostenrijk gaat. Uiteraard laten we de ‘Avantastijl’ niet ineens vallen op wintersport. We zitten niet in een luxe hotel, en ook niet in Mayrhofen of Gerlos (wintersportsteden waar in de winter half Nederland te vinden is). Nee, we zitten net iets buiten het dorpje Vorderlanersbach bij twee boeren. Het is hier erg rustig, maar toch zit je op nog geen kwartier lopen bij een van de grootst skigebieden van Oostenrijk vandaan. Deze ideale combinatie tref je alleen bij Avanta aan!
P.
Het begint al zodra je in de auto stapt. De sfeer komt er in de auto al aardig in en na een paar uur rijden komt het onvermijdelijke “eerste sneeuw moment”. Op een nachtelijk uur wordt er in Duitsland gestopt en er is warempel sneeuw te zien. De wakkeren zullen onmiddellijk fanatiek een sneeuwballen gevecht starten, terwijl de slapers nog eens wat harder gaan snurken.
Na een lange rit kom je aan op de plaats van bestemming: een gezellig huisje in een besneeuwde vallei.
De volgende dag ga je direct boarden of skiën, een kwartier lopen en je staat onderaan de pistes van het Zillertal: 260 km piste en door de gletsjer 100% sneeuwzeker. Na een dag fanatiek sporten, kom je uitgeput aan in Vorderlanersbach. Dan sta je voor een moeilijke keuze: eerst nog even après-skiën in de Kasermandl, of gelijk naar het warme huisje om aldaar een bak warme chocomel te nuttigen.
Als het gelukt is om deze keuze te maken, rest je nog maar een ding: eten! ’s Avonds kun je uiteraard nog een spelletje doen, of besluiten om vroeg naar bed te gaan. Misschien droom je wel dat er een heel dik pak poedersneeuw valt (gelijk een goede reden om de volgende dag vroeg wakker te worden).
Dit is een gemiddelde wintersportdag als je met Avanta mee naar Oostenrijk gaat. Uiteraard laten we de ‘Avantastijl’ niet ineens vallen op wintersport. We zitten niet in een luxe hotel, en ook niet in Mayrhofen of Gerlos (wintersportsteden waar in de winter half Nederland te vinden is). Nee, we zitten net iets buiten het dorpje Vorderlanersbach bij twee boeren. Het is hier erg rustig, maar toch zit je op nog geen kwartier lopen bij een van de grootst skigebieden van Oostenrijk vandaan. Deze ideale combinatie tref je alleen bij Avanta aan!
P.
donderdag 9 oktober 2008
Avantareünie
Zo'n drie tot vijf keer per jaar gonst het pand waar Avanta is gevestigd van de reisverhalen. Tientallen reizigers hebben hun slaapzak, -matje en vakantiefoto's ingepakt en treffen elkaar in Middelburg. Iedere deelnemer ontvangt de uitnodiging voor een reunie in de informatiebrief van de reis die hij of zij geboekt heeft.
Een reunie begint altijd op vrijdagavond. Tot in de kleine uurtjes wordt er bijgepraat met reisgenoten en worden reiservaringen uitgewisseld. De volgende morgen na het ontbijt kun je ervaren dat er dichtbij huis ook heel veel moois te ontdekken valt. Na de lunch is de reunie weer afgelopen en kan het schoonmaak- en opruimteam aan de slag...
Vijf redenen om naar de reünie te komen:
* het is altijd supergezellig!
* je ontmoet niet alleen je reisgenoten, maar ook deelnemers van andere reizen en reisleiders
* je kunt foto's, dia's en films bekijken van allerlei bestemmingen
* je kunt kiezen: een stadswandeling door Middelburg o.l.v. een kenner of een wandeltocht langs de mooie Zeeuwse stranden
* de reünie is in een Middelburgs grachtenpand met een rijke historie. Zoek zelf een mooi plekje in een van de vele kamers om je slaapmatje uit te rollen...
We hebben zelfs gehoord van iemand dat hij haast een reis zou boeken om naar de reünie te kunnen komen!
E.
Een reunie begint altijd op vrijdagavond. Tot in de kleine uurtjes wordt er bijgepraat met reisgenoten en worden reiservaringen uitgewisseld. De volgende morgen na het ontbijt kun je ervaren dat er dichtbij huis ook heel veel moois te ontdekken valt. Na de lunch is de reunie weer afgelopen en kan het schoonmaak- en opruimteam aan de slag...
Vijf redenen om naar de reünie te komen:
* het is altijd supergezellig!
* je ontmoet niet alleen je reisgenoten, maar ook deelnemers van andere reizen en reisleiders
* je kunt foto's, dia's en films bekijken van allerlei bestemmingen
* je kunt kiezen: een stadswandeling door Middelburg o.l.v. een kenner of een wandeltocht langs de mooie Zeeuwse stranden
* de reünie is in een Middelburgs grachtenpand met een rijke historie. Zoek zelf een mooi plekje in een van de vele kamers om je slaapmatje uit te rollen...
We hebben zelfs gehoord van iemand dat hij haast een reis zou boeken om naar de reünie te kunnen komen!
E.
Foto 1: de kamer om 20.00 u
Foto 2: de kamer om 23.00 u
vrijdag 3 oktober 2008
Merriemelk in Kazachstan
De dag is al bijna negen uren oud als de ogen van de groepsleden opengaan. Het gebruikelijke ritme van wassen, tanden poetsen en overige ochtendrituelen zorgt ervoor dat we een half uurtje later pico bello op een muurtje voor het hotel zitten. De eerste stappen in dit nogal onbekende oord worden even later gezet. De grauwige, troosteloze straten verhinderen ons niet te ontbijten in een park. De bammetjes worden gesmeerd en smakelijk verorberd.
Terwijl we aansluiting met elkaar proberen te vinden, struinen we door de straten van Taras. Er schijnen wat culturele hoogtepunten in deze stad te zijn. De eerste die we aan de hand van de Lonely Planet vinden is de plaatselijke bazar. Erwin wordt op deze markt achtervolgd door een vrouwelijk bedelaartje. Lichtelijk geïrriteerd, doch de vriendelijkheid zelve, wil hij het lieve kind een snoepje geven. Het kind verdwijnt echter met de noorderzon, zonder lekkernij. Hans koopt intussen een tandenborstel. We gaan naar de markt, daar worden wij zelf net zo aangestaard als wij de plaatselijke bevolking bekijken. Gelukkig biedt een mausoleum waar een of andere islamitische geestelijke opgebaard ligt uitkomst. Een paar groepsleden proberen naar binnen te gaan. De dikke portier is daar niet zo blij en stuurt ze uit het heiligdom weg. De hitte maakt dat we in het park bij dit monument even uitrusten. Een terrasje is echter een idee dat ons meer aanstaat. Na een wandeling vinden we een tentje – letterlijk! Ze schenken er bier en voor de dames is er sap. Dat maakt de tongen los. Het Avanta-verleden begint ons parten te spelen en de mooiste verhalen komen op tafel.
Na deze verhalen keren we terug naar ons hotel. Daar staat inmiddels een fraai taxibusje te wachten. De bagage blijkt er goed in te passen. Vol goede moed scheuren wij uit het stadje weg. Het plan is om te gaan slapen in yurts, de tenten waar de lokale bevolking in woont. Het steppelandschap trekt aan ons voorbij. Als we er bijna zijn, zien we de eerste yurt. Die brengt onder de passagiers zoveel opwinding teweeg, dat de chauffeur stopt. Vol verbazing staren de werkende mannen naar de groep toeristen die de bus uit komt stormen. Het ijs is echter snel gebroken. Een oude heer gaat met wat dames uit de groep op de foto, Maarten helpt enkele werkende mannen met klei het dak opsjouwen, Martin filmt er lustig op los en de rest vermaakt zich eveneens. We worden van harte uitgenodigd om een watermeloen te komen eten in de yurt. Daar maken we kennis met het gezin. Opa, oma, pa, ma en kids vinden het bezoek erg gezellig, zo vertellen ze als we vertrekken. Bij vertrek geeft Maarten nog een Russischtalige bijbel aan de mannen.
Dezelfde net genoemde gezelligheid treffen we aan op de eindbestemming, die maar luttele kilometers verderop blijkt te zijn. De maaltijd staat klaar voor ons. Althans, het eerste deel blijkt later. Naar omstandigheden smaakt het maaltje best lekker. Het is in ieder geval krachtvoer voor de avondwandeling. De bergen lonken. De fors uitgevallen heer des huizes belooft ons huilende wolven in de schemer. Vooralsnog moeten we eerst in een jeep plaatsnemen – drie keer rijden! - om het startpunt van de wandelroute komen. Dat laatste blijkt een wassen neus: het is een hele toer om 'boven' te komen (behalve voor Maarten en Lydia, zij rennen naar boven). Na een prachtige zonsondergang begint de afdaling. Een hele klus, zeker voor degenen die geen bergschoenen hebben meegenomen.
Het daadwerkelijke hoogtepunt van de tocht vindt bij 'thuiskomst' plaats. De gezelligheid in de yurt kent geen einde. Het schapenvlees smaakt geweldig. Ook de merriemelk bekoort ons: we nemen welgeteld één slok. Dat is ruim voldoende om ons een uurtje later lekker weg te doen dommelen. De vieze smaak verdwijnt vanzelf uit onze monden...
Written and directed by: Hans Bossenbroek
Terwijl we aansluiting met elkaar proberen te vinden, struinen we door de straten van Taras. Er schijnen wat culturele hoogtepunten in deze stad te zijn. De eerste die we aan de hand van de Lonely Planet vinden is de plaatselijke bazar. Erwin wordt op deze markt achtervolgd door een vrouwelijk bedelaartje. Lichtelijk geïrriteerd, doch de vriendelijkheid zelve, wil hij het lieve kind een snoepje geven. Het kind verdwijnt echter met de noorderzon, zonder lekkernij. Hans koopt intussen een tandenborstel. We gaan naar de markt, daar worden wij zelf net zo aangestaard als wij de plaatselijke bevolking bekijken. Gelukkig biedt een mausoleum waar een of andere islamitische geestelijke opgebaard ligt uitkomst. Een paar groepsleden proberen naar binnen te gaan. De dikke portier is daar niet zo blij en stuurt ze uit het heiligdom weg. De hitte maakt dat we in het park bij dit monument even uitrusten. Een terrasje is echter een idee dat ons meer aanstaat. Na een wandeling vinden we een tentje – letterlijk! Ze schenken er bier en voor de dames is er sap. Dat maakt de tongen los. Het Avanta-verleden begint ons parten te spelen en de mooiste verhalen komen op tafel.
Na deze verhalen keren we terug naar ons hotel. Daar staat inmiddels een fraai taxibusje te wachten. De bagage blijkt er goed in te passen. Vol goede moed scheuren wij uit het stadje weg. Het plan is om te gaan slapen in yurts, de tenten waar de lokale bevolking in woont. Het steppelandschap trekt aan ons voorbij. Als we er bijna zijn, zien we de eerste yurt. Die brengt onder de passagiers zoveel opwinding teweeg, dat de chauffeur stopt. Vol verbazing staren de werkende mannen naar de groep toeristen die de bus uit komt stormen. Het ijs is echter snel gebroken. Een oude heer gaat met wat dames uit de groep op de foto, Maarten helpt enkele werkende mannen met klei het dak opsjouwen, Martin filmt er lustig op los en de rest vermaakt zich eveneens. We worden van harte uitgenodigd om een watermeloen te komen eten in de yurt. Daar maken we kennis met het gezin. Opa, oma, pa, ma en kids vinden het bezoek erg gezellig, zo vertellen ze als we vertrekken. Bij vertrek geeft Maarten nog een Russischtalige bijbel aan de mannen.
Dezelfde net genoemde gezelligheid treffen we aan op de eindbestemming, die maar luttele kilometers verderop blijkt te zijn. De maaltijd staat klaar voor ons. Althans, het eerste deel blijkt later. Naar omstandigheden smaakt het maaltje best lekker. Het is in ieder geval krachtvoer voor de avondwandeling. De bergen lonken. De fors uitgevallen heer des huizes belooft ons huilende wolven in de schemer. Vooralsnog moeten we eerst in een jeep plaatsnemen – drie keer rijden! - om het startpunt van de wandelroute komen. Dat laatste blijkt een wassen neus: het is een hele toer om 'boven' te komen (behalve voor Maarten en Lydia, zij rennen naar boven). Na een prachtige zonsondergang begint de afdaling. Een hele klus, zeker voor degenen die geen bergschoenen hebben meegenomen.
Het daadwerkelijke hoogtepunt van de tocht vindt bij 'thuiskomst' plaats. De gezelligheid in de yurt kent geen einde. Het schapenvlees smaakt geweldig. Ook de merriemelk bekoort ons: we nemen welgeteld één slok. Dat is ruim voldoende om ons een uurtje later lekker weg te doen dommelen. De vieze smaak verdwijnt vanzelf uit onze monden...
Written and directed by: Hans Bossenbroek
woensdag 24 september 2008
Drie x hoera voor Maty!
Vandaag, 24 september 2008, wordt Maty Goedbloed 50 jaar! Samen met Ies Sr. stond zij aan de wieg van Avanta. Jarenlang deed zij het meeste kantoorwerk: de telefoon beantwoorden, brieven en de reisgids typen, administratie bijhouden... Veel reizigers hebben haar ontmoet als gastvrouw tijdens een van de gezellige reunies. Als Ies Sr. op reis was, stond Maty er alleen voor - met eerst drie, later vier en nog weer later vijf kinderen aan haar rokken! Gelukkig is er nu versterking op kantoor en heeft Maty meer tijd om zelf op reis te gaan. Haar verjaardag viert ze dit jaar in Ierland.
zaterdag 20 september 2008
kampeergenoegens III: buitenslapen
Zoals je eerder op deze blog hebt kunnen lezen, is het een waar genoegen om in een tent te slapen (en na een vakantie weer in je eigen bed!). Het brengt een hoop nostalgie met zich mee en daarbij is het behoorlijk goedkoper dan een huis.
Maar het is zo mogelijk nog een groter genoegen om buiten te slapen. Op het gemiddelde wildkampeerstekkie is de sterrenhemel nog niet verpest door de lichtvervuiling, zoals overal in Nederland. Hoe heerlijk is het om, starend naar de sterrenhemel, in slaap te vallen? ‘Weet ik veel’ zult u zeggen. Daarom adviseer ik u zo snel mogelijk met avanta mee te gaan! Daar wordt veel buiten geslapen.
Zelf heb ik de afgelopen 12 augustus iets spectaculairs meegemaakt. Ik wist dat 12 augustus een bijzondere dag is, want dan is er vanaf de aarde namelijk een meteorenstorm te zien (vallende sterren dus.) Mijn makkers en ik besloten dan ook rücksichtslos buiten te gaan slapen. Door de zware bewolking was er echter niets, maar dan ook niets bijzonders te zien. Maar om half 3 werd ik wakker -met de nodige aandrang- onder een krakend heldere hemel. Ik keek dus naar het plafond van de aarde en zag binnen 5 tellen 3 vallende sterren, ik heb toen in een halfuur tijd 50 vallende sterren gezien!
Een rücksichtsloze buitenslaper als ik kan het ook overkomen dat er middenin de nacht toevlucht tot een tent of bus gezocht moet worden. In combinatie met je duffe hoofd en langzaam werkende hersenen kan dit enige problemen opleveren, maar als je buiten slaapt met enig beleid kunnen deze ongemakken makkelijk verholpen worden.
Voor de rest kan het je overkomen dat een koe aan je slaapzak likt bij het wakker worden of dat je 4 meter van je matje vandaan in het natte gras wakker wordt. Mijns inziens draagt dat alleen maar bij aan de genoegens van het buitenslapen.
P.
Maar het is zo mogelijk nog een groter genoegen om buiten te slapen. Op het gemiddelde wildkampeerstekkie is de sterrenhemel nog niet verpest door de lichtvervuiling, zoals overal in Nederland. Hoe heerlijk is het om, starend naar de sterrenhemel, in slaap te vallen? ‘Weet ik veel’ zult u zeggen. Daarom adviseer ik u zo snel mogelijk met avanta mee te gaan! Daar wordt veel buiten geslapen.
Zelf heb ik de afgelopen 12 augustus iets spectaculairs meegemaakt. Ik wist dat 12 augustus een bijzondere dag is, want dan is er vanaf de aarde namelijk een meteorenstorm te zien (vallende sterren dus.) Mijn makkers en ik besloten dan ook rücksichtslos buiten te gaan slapen. Door de zware bewolking was er echter niets, maar dan ook niets bijzonders te zien. Maar om half 3 werd ik wakker -met de nodige aandrang- onder een krakend heldere hemel. Ik keek dus naar het plafond van de aarde en zag binnen 5 tellen 3 vallende sterren, ik heb toen in een halfuur tijd 50 vallende sterren gezien!
Een rücksichtsloze buitenslaper als ik kan het ook overkomen dat er middenin de nacht toevlucht tot een tent of bus gezocht moet worden. In combinatie met je duffe hoofd en langzaam werkende hersenen kan dit enige problemen opleveren, maar als je buiten slaapt met enig beleid kunnen deze ongemakken makkelijk verholpen worden.
Voor de rest kan het je overkomen dat een koe aan je slaapzak likt bij het wakker worden of dat je 4 meter van je matje vandaan in het natte gras wakker wordt. Mijns inziens draagt dat alleen maar bij aan de genoegens van het buitenslapen.
P.
dinsdag 9 september 2008
guestblogger Ies Goedbloed Jr. deel I: Ecuador
04-07-2008 beleefden Hannah en ik de mooiste dag van ons leven. Uiteraard weet ik dat dit ongelooflijk cliché is, maar dat het nog meer cliché is om te zeggen dat dit een cliché is. However, voor ons was dit deels ook een extreem mooie dag omdat we wisten dat we over een paar dagen al lekker in het vliegtuig naar Zuid-Amerika zouden zitten.
Na een tussenlanding in Madrid, waar we wildkampeerden op het vliegveld (de enige keer van de reis!) kwamen we aan in Guayaquil, een stad aan de kust in Ecuador. De eerste anderhalve week van de reis hadden we voor onszelf, daarna zou er voor drie weken een kleine Avantagroep komen. In deze anderhalve week hadden we het erg druk; er moesten voordat de groep kwam minimaal 200 nieuwe vogelsoorten gescoord worden, we moesten en zouden even de grens over wippen naar Colombia om de andere leden van de Avantafamilie flink jaloers te kunnen maken en dan wilde ik tussen de bedrijven door ook alvast het één en ander regelen voor de groep.
Na een tussenlanding in Madrid, waar we wildkampeerden op het vliegveld (de enige keer van de reis!) kwamen we aan in Guayaquil, een stad aan de kust in Ecuador. De eerste anderhalve week van de reis hadden we voor onszelf, daarna zou er voor drie weken een kleine Avantagroep komen. In deze anderhalve week hadden we het erg druk; er moesten voordat de groep kwam minimaal 200 nieuwe vogelsoorten gescoord worden, we moesten en zouden even de grens over wippen naar Colombia om de andere leden van de Avantafamilie flink jaloers te kunnen maken en dan wilde ik tussen de bedrijven door ook alvast het één en ander regelen voor de groep.
De eerste avond gingen we naar de boulevard van Guayaquil. Guayaquil was lange tijd berucht om zijn criminaliteit en daar baalde het stadsbestuur stevig van. Daarom is men er een groot vernieuwingsproject gestart en de kroon op het werk is de boulevard, in het Spaans Malecon genoemd. Op de boulevard is nu vrijwel geen criminaliteit meer, maar dat komt waarschijnlijk vooral doordat er om de 50 meter een politieagent staat. Het contrast met de rest van Guayaquil -vies, druk en lelijk- is erg groot.
De volgende dag reisden we door naar Tena, een stad in het Amazonegebied en uitvalsbasis voor jungletochten en raftingtrips. Hier reserveerden we alvast een vierdaagse jungletocht voor anderhalve week later als de groep er zou zijn. Via Quito zijn we naar Mindo gereisd, een vogelparadijs op de westelijke hellingen van de Andes. Vanuit Nederland had ik hier al een gids geregeld die twee dagen met ons ging vogelen. Vooral de eerste ochtend was overweldigend, met in een paar uur tijd 69 nieuwe soorten. De tweede dag gingen we naar een ‘cloudforest’ waar weer een groot aantal nieuwe soorten aan onze lijst werd toegevoegd, alleen al circa 20 soorten kolibries! (Binnenkort volgt een uitgebreide post over het vogelen tijdens deze reis.)
Steeds als we de reis aan het voorbereiden waren zag ik dat Hannah op de kaart nauwelijks naar Ecuador keek, maar vooral naar het land daarboven: Colombia. Ze is al jaren hevig in dit land geïnteresseerd en of dit nu komt doordat haar favoriete drugs er vandaan komt, of omdat ze bij de FARC wil is me nooit duidelijk geworden ;). Van tevoren hadden we verwacht dat het misschien nog moeilijk zou zijn om Colombia binnen te komen, maar dat viel alleszins mee. Binnen de kortste keren waren we de grens over en konden we met een taxi naar de stad Ipiales. We waren hier tegen de avond en namen onze intrek in een hotel waar we de enige gasten waren. De volgende ochtend gingen we naar de bekende kerk Las Lajas. Deze kerk is prachtig in een kloof gelegen en trekt vele pelgrims, omdat hier veel mensen genezen schijnen te zijn. Na nog geen 24 uur verlieten we Colombia weer, eigenlijk veel te kort, maar lang genoeg om er achter te komen dat we heel graag nog eens terug zouden gaan. Weer terug in Ecuador werd de bus staande gehouden voor een politiecontrole. Toen de politiemannen in onze paspoorten zagen dat we maar één dag in Colombia geweest waren vonden ze ons direct uiterst verdacht. Onze tassen werden omgekeerd, maar drugs konden ze uiteraard niet vinden, want dat hadden we snel allemaal opgegeten.
Toen onze groep gearriveerd was reisden we naar Cuenca, een mooie oude studentenstad in het hoogland. Vanuit deze stad maakten we een prachtige wandeltocht door het hooggebergte (4000m). Twee jongens werden echter flink hoogteziek en hadden direct genoeg van het hoogland. Gelukkig voor hen was het volgende wat op het programma stond een vierdaagse jungletocht in het laagland. In de jungle maakten we jacht op vogelspinnen, aten we maden en mieren en beklommen een waterval. Dat wil zeggen, we waadden eerst een stuk door een rivier die omringd werd door het hoog oprijzende oerwoud. Op den duur werd het steiler en moesten we gebruik maken van touwen om de watervallen te beklimmen. Enkele van ons probeerden eerst nog droog te blijven, maar kwamen er snel achter dat dit onmogelijk was. In plaatst daarvan zochten we daarna de natste route op, we kropen onder in het water gevallen bomen door en gooiden elkaar in elk poeltje wat we tegen kwamen nat. Tenslotte namen we nog een verfrissende douche onder de hoogste waterval.
Op de laatste dag raften we terug naar het beginpunt van onze jungletocht. De instructeur bleek een humoristische kerel, die er plezier in had ons regelmatig in de wildstromende rivier te gooien. Omdat wij steeds maar niet omsloegen zorgde hij er persoonlijk voor dat dit uiteindelijk wel gebeurde. Hij viel zelf trouwens ook uit de boot en de enige die het voor elkaar kreeg om erin te blijven zitten was Hannah. Aan het einde van de tocht begonnen we als groep te muiten, we smeten de instructeur overboord en legden de laatste kilometer zelfstandig af, zodat de instructeur het laatste stuk moest lopen.
Vervolgens gingen we naar de stad Otavalo waar we op zaterdagochtend al om 6.00u naar de dierenmarkt gingen. Hier verkopen ze alles wat pootjes heeft: van stieren en varkens tot cavia’s en jonge poesjes.
In Zuid-Ecuador maakten we een mooie treinreis door de bergen en vertrokken daarna naar de kust. Tijdens deze tocht werden we bestolen, maar we lachten erom en gingen naar Puerto Lopez. Vanuit dit gezellige kustplaatsje gingen we met een klein bootje naar Isla de la Plata, waar tienduizenden zeevogels broeden. Het meest spectaculair zijn echter de bultruggen, die je zeker ziet als je in deze tijd van het jaar naar het eiland vaart. Wij zagen er zo'n 25, waarvan twee jonge mannetjes 20 minuten vlak naast de boot zwommen terwijl ze sprongen en met hun vinnen en staart op het water sloegen.
Hierna vertrok onze groep weer naar Guayaquil om terug naar Nederland te vliegen. Hannah en ik gingen naar Quito om een noodpaspoort te regelen, want het andere paspoort hadden we tijdens de terugreis naar de kust onvrijwillig afgestaan aan een paar kerels. Helaas namen deze figuren ook een van onze camera's mee, waardoor ik weinig foto's heb van dit gedeelte van de reis. In een volgende post het verslag van onze tocht door Peru en Bolivia.
Foto: springende bultrug bij Isla de la Plata
zaterdag 6 september 2008
Beheerder staat op Yord.nl
Ik ben niet de enige die onze reis zo interessant vond dat we er iets over schreven. Het RD kreeg er lucht van en had er wel oren naar. Peter werd geïnterviewd door Jacomijn Hoekman. Hij zou in het RD komen, maar daar is het niet van gekomen. Wel stond er stuk van hem op Yord, de jongeren site van het RD. Zie hier de link.
http://yord.nl/article/769544
http://yord.nl/article/769544
maandag 1 september 2008
kampeergenoegens II
Slapen met alleen wat dun zeildoek tussen jou en de vrije natuur geeft een heerlijk gevoel. Alsof je deel uitmaakt van die vrije natuur, erin opgaat. Een paar centimeter naast je komt het nachtleven op gang. Geritsel en gescharrel van egels, muizen, konijnen en wie weet wat nog meer. Misschien doet de ijselijke kreet van een uil je verstijven in je slaapzak of heb je voor de zekerheid een sok in het gaatje van de tentstok gestopt. Maar met een zaklamp naast je en een hele groep reisgenoten binnen gehoorsafstand voel je je toch veilig.
Regen op het tentzeil boven je is een van de mooiste geluiden die er zijn. Buiten is het hondenweer, jij ligt lekker droog in je warme slaapzak. Dat is genieten!
's Morgens word je wakker door de zon die op het tentzeil brandt. Je hoeft alleen een rits open te doen om nog even met de zonnestralen op je gezicht na te doezelen. Of om te kijken naar de nevels die nog boven het spiegelgladde meer hangen. Al snel drijft de warmte je de tent uit.
Regent het nog steeds? Ook dat heeft zijn charmes. Niet vergeten om je schoenen onder het tentzeil te zetten (en 's morgens te controleren op klein gespuis dat daar wellicht een woonplaats denkt te hebben gevonden!) en je tas met spullen op een droge plek op te bergen. Sprietjes gras plakken aan je benen, aan het tentzeil, aan je schoenen. Je moet vreemde capriolen uithalen om niet met je schoenen je slaapzak smerig te maken.
Back to the basics? Je kunt zelf kiezen waar je je slaapkamer inricht: aan de rand van een meer, op het strand, bij een frisse rivier, hoog op een berg, middenin het bos of middenin een wei. Als dat geen luxe is!
E.
Labels:
Kampeergenoegens
globale mobilisering
Een nieuw fenomeen op onze laatste reis was de alomtegenwoordigheid van mobiele telefoons. Waar we ook kwamen, overal waren ze aanwezig. We stopten bijvoorbeeld in een straatarm dorp waar ze nog niet eens een afgesloten riool hadden. Direct kwamen er kinderen(!) met een Nokia N73 aangerend en werden we op de foto gezet. Ergens anders vandaan klonk een recente hit uit iemands mobieltje. Daarbij kwam nog dat men er ook nog eens tien keer zoveel mee belt dan de gemiddelde Nederlander. Tijdens onze Georgische maaltijd (zie vorig bericht) werd de gemiddelde dorpeling eens in de vijf minuten gebeld. Dit werd echter wel steeds minder omdat het hele dorp uiteindelijk bij de maaltijd aanwezig was.
Het toppunt was toch wel toen we zeker twintig kilometer over een onverhard bergweggetje hadden gereden en in een bergdorpje aankwamen. Uit een zwaar vervallen hutje uit het jaar nul kwam een hoogbejaarde Turkse vrouw strompelen. Ze was in de lokale klederdracht gehuld en kromgebogen door een levenlang hard werken. In haar ene hand had ze een nagenoeg ondefinieerbaar (keuken)gereedschap en in haar andere hand een mobiele telefoon!
P.
Het toppunt was toch wel toen we zeker twintig kilometer over een onverhard bergweggetje hadden gereden en in een bergdorpje aankwamen. Uit een zwaar vervallen hutje uit het jaar nul kwam een hoogbejaarde Turkse vrouw strompelen. Ze was in de lokale klederdracht gehuld en kromgebogen door een levenlang hard werken. In haar ene hand had ze een nagenoeg ondefinieerbaar (keuken)gereedschap en in haar andere hand een mobiele telefoon!
P.
Labels:
Reisverslagen
De Avantahyve
Voor iedereen die het nog niet wist: er is een Avantahyve! Een hyve waar alle leden één ding met elkaar gemeen hebben: ze zijn minstens een keer met Avanta op reis geweest. Hyve je ook? Meld je snel aan voor deze reislustige groepshyve! Vind reisgenoten terug en bekijk foto's van reizen naar allerlei bestemmingen. Natuurlijk kun je ook je eigen favoriete vakantiefoto's op de hyve plaatsen.
E.
E.
woensdag 27 augustus 2008
Georgische gastvrijheid
Wie in Georgië kampeert wordt voortdurend bestookt. Niet met Russische projectielen, maar met fruit, sterke drank en andere levensmiddelen.
We stonden nog geen kwartier op ons kampeerplekje of de eerste inboorlingen kwamen al aanzetten met een paar kilo appels. Even later bracht een man ons een fles mineraalwater en bood daarbij gelijk zijn excuses aan omdat hij niet meer voor ons bij zich had.
Daarna kwamen de mannen waarvan we appels hadden gekregen aanzetten met zelfgemaakte wijn. Die zat niet in de bij ons gebruikelijke 0.75l fles, neen, hier is de gevierde maat een 10 liter fles. Aangezien wij net gingen eten, nodigden wij ze uit om de maaltijd bij ons te nuttigen. Hier moesten we een tijd voor praten in het Russisch en Engels, maar na schier eindeloos aandringen zwichtten zij voor onze Hollandse vasthoudendheid. Het werd een gezellige maaltijd, waarbij de Georgiërs zeker zes glazen wijn nuttigden en probeerden ons ook zo ver te krijgen (later kwamen we er achter dat ze zich waarschijnlijk behoorlijk inhielden). We besloten met het Wilhelmus en het Georgische volkslied.
De volgende dag gingen wat spruiten van de Verloop-familie en ik voetballen tegen de mannen die bij ons gegeten hadden. (De uitslag wordt niet gepubliceerd :)). Na afloop wilden wij vertrekken, maar dat ging mooi niet door. We moesten allemaal mee om bij ze te komen eten.
Over een hobbelig bergweggetje werden we naar het dorp geloodst. Daar aangekomen werden we aan een tafel gezet, die spoedig volgeladen werd met gebakken aardappels, kippensoep (met complete kippenpoten erin), wijnkruiken, vers kersensap, salade en tal van ondefinieerbare lekkernijen. Wij aten als goed opgevoede lieden ons bord leeg, maar al spoedig bleek dat geen goed idee te zijn. Zodra je bord leeg was werd het kwiek bijgevuld. Ondertussen liep het hele dorp uit om getuige te zijn van deze gebeurtenis. Ook een man van 76 was van de partij. Hij dronk zonder moeite twee kruiken wijn leeg waar toch zeker drie liter inzat. Een andere toeschouwer was een militair die een goede, maar nogal ruwe dronk had. Hij had zijn wapen bij zich mar gelukkig schoot hij er nauwelijks mee. Het was een gezellige maaltijd, opgeluisterd met de lokale volksdansen. We sloten weer af met de volksliederen.
Als je al die gastvrijheid ziet van mensen die toch echt heel wat armer zijn dan wij, dan schaam je je voor jezelf en de rest van de Nederlanders!
P.
We stonden nog geen kwartier op ons kampeerplekje of de eerste inboorlingen kwamen al aanzetten met een paar kilo appels. Even later bracht een man ons een fles mineraalwater en bood daarbij gelijk zijn excuses aan omdat hij niet meer voor ons bij zich had.
Daarna kwamen de mannen waarvan we appels hadden gekregen aanzetten met zelfgemaakte wijn. Die zat niet in de bij ons gebruikelijke 0.75l fles, neen, hier is de gevierde maat een 10 liter fles. Aangezien wij net gingen eten, nodigden wij ze uit om de maaltijd bij ons te nuttigen. Hier moesten we een tijd voor praten in het Russisch en Engels, maar na schier eindeloos aandringen zwichtten zij voor onze Hollandse vasthoudendheid. Het werd een gezellige maaltijd, waarbij de Georgiërs zeker zes glazen wijn nuttigden en probeerden ons ook zo ver te krijgen (later kwamen we er achter dat ze zich waarschijnlijk behoorlijk inhielden). We besloten met het Wilhelmus en het Georgische volkslied.
De volgende dag gingen wat spruiten van de Verloop-familie en ik voetballen tegen de mannen die bij ons gegeten hadden. (De uitslag wordt niet gepubliceerd :)). Na afloop wilden wij vertrekken, maar dat ging mooi niet door. We moesten allemaal mee om bij ze te komen eten.
Over een hobbelig bergweggetje werden we naar het dorp geloodst. Daar aangekomen werden we aan een tafel gezet, die spoedig volgeladen werd met gebakken aardappels, kippensoep (met complete kippenpoten erin), wijnkruiken, vers kersensap, salade en tal van ondefinieerbare lekkernijen. Wij aten als goed opgevoede lieden ons bord leeg, maar al spoedig bleek dat geen goed idee te zijn. Zodra je bord leeg was werd het kwiek bijgevuld. Ondertussen liep het hele dorp uit om getuige te zijn van deze gebeurtenis. Ook een man van 76 was van de partij. Hij dronk zonder moeite twee kruiken wijn leeg waar toch zeker drie liter inzat. Een andere toeschouwer was een militair die een goede, maar nogal ruwe dronk had. Hij had zijn wapen bij zich mar gelukkig schoot hij er nauwelijks mee. Het was een gezellige maaltijd, opgeluisterd met de lokale volksdansen. We sloten weer af met de volksliederen.
Als je al die gastvrijheid ziet van mensen die toch echt heel wat armer zijn dan wij, dan schaam je je voor jezelf en de rest van de Nederlanders!
- Een van onze gastheren schenkt de wijn in, daarnaast enkele Georgische lekkernijen.
- De senioren meten elkaars krachten ;-)
- Hier ziet u wat ondefinieerbare 'snacks' voor ons.
P.
Labels:
Azië,
Reisverslagen
donderdag 21 augustus 2008
reizen is mooi
Veel mensen dromen ervan, slechts een enkeling doet het: een jaar lang reizen. Reisleider Anthonie Poppe vertrok bijna een jaar geleden en kwam deze week weer thuis. Hij reisde door Nieuw-Zeeland, Australië en het Afrikaanse continent. Via Turkije reisde hij dwars door Europa terug naar Nederland. Vanaf Zuid-Afrika was hij reisleider voor Avanta. Lees meer over zijn bijzondere reis en bekijk de foto's op http://www.reizenismooi.nl/.
Labels:
Reisleiders,
Reisverslagen
vrijdag 15 augustus 2008
plan B
Al meer dan 20 jaar reist familie Goedbloed samen met familie Verloop uit Overschie elk jaar door Europa. Ieder hoekje en gaatje van dit continent hebben ze ondertussen gezien. Ze zijn in Roemenië geweest vóór de val van Ceaucescu. Ze waren de eerste toeristen in Albanië. Kort na de val van de Muur namen ze een kijkje in de voormalige DDR. Nadat Tsjechoslowakije in twee stukken uiteen viel, zetten ze hun tenten op in beide delen. Etcetera!
Inmiddels hebben ze vrijwel alle Europese landen, vaak meer dan een keer, gehad. Rond het kampvuur werden plannen gesmeed voor een nieuw avontuur: de Zwarte Zee-ronde. Dit jaar moest het gebeuren. Begin augustus gingen ze in de ouwe, trouwe VW-busjes op pad.
En toen gooide de geschiedenis roet in het eten. De al jaren voortdurende hommeles tussen Georgië en Rusland kreeg grimmige trekjes en de grenzen gingen dicht. Op dat moment zat het reisgezelschap in Armenië. Ze verkneukelden zich, want nu moesten ze wel terug door Iran! De grens tussen Armenië en Turkije kom je namelijk ook niet over. Iran, met zijn afstandelijke houding naar het westen, is zeer verleidelijk voor deze landenjagers. Ze hadden er allemaal al eens zo met een schuin oog naar gekeken: 'is het niet mogelijk om...'
Ies Sr. ging vol goede moed naar de ambassade in Jerevan. Hij heeft zeer veel ervaring in het lospeuteren van visa. Helaas, uit onverwachte hoek dook weer een belemmering op. In het reisgezelschap bevindt zich een Canadees: Brad, de verloofde van Maria Verloop. Voordat zij zich definitief in Canada vestigen, maken ze een 'grand tour' over het continent. Canadezen krijgen geen visum voor Iran. Wat nu?
Uiteindelijk is besloten dat Maria en Brad terug vliegen naar Nederland. De rest maakt van de mogelijkheid gebruik om een kijkje te nemen achter de Iraanse sluiers. Figuurlijk natuurlijk :D
Tot afgunst van de achtergebleven leden van de Goedbloedfamilie!
E.
Met dank aan Daan voor de routekaart
Labels:
Avantafamilie,
Europa,
Midden-Oosten,
Reisverslagen
vrijdag 8 augustus 2008
Ethiopie
Ethiopie, niet direct een voor de hand liggende vakantiebestemming. Precies een land dus dat in het straatje van Avanta past. Denk je aan droogte, honger en woestijn? De foto's van Hemma Goedbloed laten zien dat je dan een te eenzijdig beeld hebt van dit onbedorven land!
foto 1: klein meisje met nog kleiner zusje
foto 2: fruitmarkt
foto 3: groen Ethiopie
foto 4: takkenmarkt
foto 5: keuken
E.
Labels:
Afrika,
Reisverslagen
maandag 28 juli 2008
boodschappen
maandag 21 juli 2008
kampeergenoegens I
Hou je van Avanta, dan hou je van kamperen. Avanta en kamperen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Zo is het allemaal begonnen.
Waarom zijn we er zo dol op?
I. Vanwege de onvergetelijke avonden rond het kampvuur.
De zoektocht naar brandstof, struinend door de bossen, en de triomf als je een mooi stuk hout gevonden hebt.
Het zorgvuldig opbouwen van de stapel - papierproppen onderaan, daarboven de kleine takken en daarop de grote.
Het aansteken - gaat het branden of wordt het een zielig smeulend hoopje?
Iedereen met zijn bord op schoot rond het vuur.
Urenlang in de vlammen staren.
De verhalen van je reisgenoten.
Schrikken van een plotseling 'knap!' of een wegschietende vonk.
Warm aan de voorkant, koud aan de achterkant.
Lekker poken in de as.
Aardappels poffen, worstjes roosteren.
Muggenafweer.
Wat jammer als je nog nooit rond zo'n kampvuur gezeten hebt!
E.
woensdag 16 juli 2008
beheerder op vakantie
Sinds gisteren is de beheerder van deze weblog op reis. Naar Noorwegen, het Avantaland bij uitstek. Waarschijnlijk is hij op dit moment druk bezig met het oppoken van het kampvuur, een van zijn favoriete vakantiebezigheden. Hij dacht dat hij de eerste avond wel aan zijn reisgenoten zou moeten uitleggen hoe je een tent opzet. De meesten waren vast kampeerbeginnelingen. En je kunt van Peter veel zeggen, maar niet dat hij een beginneling is op dat gebied. Honderden keren heeft hij zijn tentje al opgezet, op evenzoveel verschillende plekken in heel Europa. Dus met de tenten zal het op deze reis wel goed komen. En met de rest? Dat horen we over zo'n twee weken, maar we hebben er alle vertrouwen in. Avantareizen naar Noorwegen zijn altijd leuk.
Abonneren op:
Posts (Atom)