vrijdag 19 mei 2017

Abchazië - verslag van een bijzondere Avantareis

Abchazië en Georgië (28 april - 6 mei 2017)
Een naam als Abchazië heeft voor een Avanta-reiziger dezelfde uitwerking als honing op een vlieg. Wanneer ik lees dat veel overheden, waaronder die van Nederland, afraden om naar Abchazië te gaan, is de keuze snel gemaakt. Dit klinkt als een Avanta-waardige bestemming! Met mij hebben acht deelnemers en uiteraard de reisleider hun zinnen gezet op dit gebied in het noordwesten van Georgië.

groepsfoto bij de Abchazische vlag
 

Snurkende Georgiër
Op de dag van vertrek gaat mijn wekker, zoals bij de meeste andere deelnemers, vroeg. Onze groep van negen deelnemers wordt namelijk om 03.30 uur op Schiphol verwacht. We vliegen via Kiev naar de Georgische hoofdstad Tbilisi en daar ontmoeten we onze ervaren reisleider Ronnie. Hij heeft er al een weekje in Armenië en Georgië op zitten en heeft zichtbaar zin in de reis naar Abchazië. Na een bezoek aan de markt, stappen we rond 22.00 uur in de nachttrein. Op de banken boven mij liggen twee van mijn reisgenoten. Ikzelf heb de eer om de urenlange treinreis door te brengen naast een snurkende Georgiër.

de nachttrein van Tblisi naar Zoegdidi

lekker knus in de nachttrein
Wachten, wachten …
’s Ochtends komen we rond 06.00 uur aan in Zoegdidi. Vanaf hier brengt een busje ons naar de grenspost. Het lange wachten kan beginnen. Gelukkig is het heerlijk zonnig, hebben we een fenomenaal uitzicht en zijn er kachapuri-tentjes in de buurt. Na ongeveer zes uur wachten, komt Ronnie met een brede glimlach aanlopen. We mogen verder! Lopend steken we de brug over naar de volgende wachtpost. Onderweg verwonderen we ons over het brede scala aan producten dat de Abchaziërs over de grens vervoeren. Dozen met kuikentjes, een levend schaap in een vuilniszak, autobanden en zelfs complete bumpers worden meegezeuld. Na nog twee controles van de paspoorten krijgt iedereen een individuele ondervraging. De twee douaniers nemen geen blad voor de mond. Een greep uit de vragen: “Wie past er op de baby?” en “Heb je ergens tatoeages?” Gelukkig kunnen we na bijna tien uur wachten, controles en nog meer wachten officieel Abchazië inlopen.

tijdverdrijf op de grens

kachapuri (met kaas gevuld brood, soms met andere vullingen) stond ook ’s avonds vaak op het menu

Rondje hoofdstad
Na een nacht bijslapen in het hostel in Soekhoemi word ik op tijd wakker. Helaas had dit ook een uurtje later kunnen zijn, aangezien de wekker van ondergetekende niet automatisch op Abchazische tijd is versprongen… Na nog een uurtje langer bedrust, volgt ontbijt en lopen we naar de plaatselijke Lutherse kerk. De mis blijkt pas om elf uur te zijn. Dit betekent dat we ruim de tijd hebben om een rondje Soekhoemi te doen. We kijken even in een traditionelere kerk. Mensen branden hier kaarsen en bidden tot schilderijen. Wanneer we over de boulevard lopen, duurt het niet lang voordat we de eerste dolfijnen zien springen. Gaaf om te zien! Om elf uur wonen we de kerkdienst bij. De vrouw die piano speelt neemt uitgebreid de tijd om onze groep tussendoor op de foto te zetten. Verder vervullen we een ‘glansrol’ tijdens het zingen van het laatste Abchazische of Russische lied. Na kerktijd nemen we een kijkje in het vervallen regeringsgebouw en genieten van een rustige middag in het hostel.

bij gebrek aan scherpe foto's van springende dolfijnen in de Zwarte Zee... :')

het werd gelukkig nog iets drukker in de kerk

het vervallen regeringsgebouw in Soekhoemi I

het vervallen regeringsgebouw in Soekhoemi II
Kampvuur en 1000-sterren
De volgende dag hebben we een veelzijdig programma. De nieuwe vaste chauffeur brengt ons naar het klooster Novy Afon. Samen met een heleboel Abchaziërs en Russen bezoeken we de druipsteengrotten. Begeleid door operagezang, onheilspellende orgelmuziek, een soort Abchazische André Hazes en de onverstaanbare uitleg van de gids lopen we ongeveer anderhalf uur in de grot. De nacht brengen we door in een nationaal park, aan het meer Ritsa. Een aantal van de groep neemt een verfrissende duik. Een aanrader! Nadat we het kampvuur hebben gedoofd, spreiden we een tentzeil uit en vallen in slaap onder de sterrenhemel.

Novy Afon klooster

in de druipsteengrotten

het Ritsa meer

onze slaapstek

“Wodka?”
De volgende dag starten we met een stevige wandeling. Tegen lunchtijd worden we opgepikt door de chauffeur. Na een lunch aan de Zwarte Zee rijden we terug naar Soekhoemi. Om Abchazië uit te mogen, moet er voor iedereen een visum aangevraagd worden. Dit is opvallend snel gepiept. Binnen een half uur zijn de tien visa binnen. Op woensdagochtend rijden we naar de grens. De douanier die onze spullen checkt, laat de stem op zijn telefoon nog even duidelijk maken wat de gang van zaken is: “This is my job. I have to do this.” De meeste tassen hoeven alleen maar even open geritst… Totdat de beste man een fles wodka ziet. In plaats van deze in te nemen, zegt hij iets in de volgende trant: “Wodka?! You are a real man. You can go!” Niet veel later stappen we op Georgisch grondgebied in een busje. We zetten onze tocht voort naar Mestia, een stad in het noorden van Georgië, op 1500 meter in het Kaukasusgebergte.

Mestia, met de hoge Kaukasus op de achtergrond

Hoge Kaukasus
Omdat het regent en de eigenaar van het Guest House toch een kamer over blijkt te hebben, besluiten we de nacht binnenshuis door te brengen. Na een turbulent ontbijt (waarvoor geldt: “What happens in Georgia, stays in Georgia”) stappen we in het busje dat ons naar Usghuli zal brengen. Hier liggen de vijf hoogst gelegen bewoonde dorpjes van Europa. Na een paar uur struinen in Ushguli besluit ik met een deel van de groep alvast een stukje terug te wandelen. De mist trekt op en het uitzicht is fantastisch! Na een uurtje komt de rest van de groep aanrijden en vervolgen we gezamenlijk de route. Op de heenreis heb ik door de mist en mijn fanatisme tijdens een kaartspel niet veel naar buiten gekeken. Op de terugweg geniet ik dan ook extra van de overweldigende natuur.

een van de bijna 2000 verdedigingstorens (kosjki) in de regio Svanetië 

in een dorpje in Ushguli

Narikala fort en nachtje vliegveld
Vrijdag rijden we naar Tbilisi, waar we rond 16.00 uur aankomen. We nemen de bus naar het centrum en beklimmen de steile straten naar het Narikala fort dat boven de stad uittorent. Hierna is het tijd voor het laatste gezamenlijke diner en om 22.00 uur rijden we naar het vliegveld. We installeren onszelf en onze spullen op een soort kunstgrasveldje en pakken een paar uurtjes ‘rust’. Om 04.15 uur sluiten we aan bij de rij bij de incheckbalie. Een gezellige week in Abchazië en Georgië is helaas weer ten einde. Snel weer een nieuw reisje plannen dus! ;)

uitzicht vanaf het Narikala fort

op het vliegveld
 Met dank aan Jorien voor het reisverslag (inclusief fotobijschriften, geweldig!)

Geen opmerkingen: