Een paar weken geleden waren we in een uithoek van Alaska (één van de vele). Het was zondag en we wilden graag naar de kerk. Na drie kwartier rijden kwamen we in Hope (137 inwoners). De kerk was ‘non-denominational’. In zo’n kleine gemeenschap is geen plaats voor harde hoofden en hoge kerkmuren. Iedereen is welkom. Dat ervaren wij direct als we de eenvoudige kerk binnengaan. Het is weinig meer dan een uit boomstammen opgetrokken blokhut.
Iedereen is blij verrast door onze komst en de kerk zit in een keer vol. Mijn buurman schudt me hartelijk de hand en geeft me een gezangenboek. Een hoogbejaarde dame, Ann, schuift achter de piano. In het korte welkomstwoord worden wij speciaal welkom geheten en wordt direct geïnformeerd naar waar we vandaan komen. Het blijkt dat de ‘pastor’ op reis is. Gemeenteleden mogen zeggen of ze ergens voorbede of dankzegging voor willen laten doen. Genezing voor een vriendin die kanker heeft, ‘travel mercy’s’ voor degenen die op reis zijn, dank voor het feit dat deze gemeente nog steeds mag bestaan…
De jonge gastpredikant is samen met zijn vrouw en baby én ons clubje de enige in de kerk die niet 50+ is. Hij verontschuldigt zich meerdere keren voor zijn preek, die hij voorbereid heeft met zijn oudere gehoor in gedachten. Achterin de kerk staat een leunstoel, waarin een minstens 100 jaar oude man zit. Na het zingen valt hij algauw luidruchtig in slaap. Naast hem ligt zijn hondje, dat zich heel de dienst muisstil houdt, maar precies weet wanneer het tijd is voor koffie met koekjes. Die staan al klaar in een hoekje.
Na de dienst proberen de oude dametjes elkaar te snel af te zijn met het uitdelen van koffie aan de gasten. We worden allemaal ‘verplicht’ om minimaal twee koekjes te eten. Geen straf, want ze zijn zelfgebakken door één van de dames en echt heerlijk. Iedereen wil een praatje met ons aanknopen: over Holland, de preek, waarom we hier zijn… Mijn buurman, Walt, blijkt al 90 te zijn, maar vorig jaar is hij in zijn eentje dwars door Canada, naar het zuiden van de VS gereden om de winter te ontlopen. Binnenkort vertrekt hij weer, deze keer met het vliegtuig. Hij is luthers, zegt hij. “Ik ben als lutheraan geboren, en ik zal als lutheraan sterven.”
De koekjesbakster vertelt over haar vergeefse pogingen om jonge mensen naar de kerk te krijgen. Ze is zó blij met al die jonge, vriendelijke gezichten in de kerk. Als we uiteindelijk afscheid nemen, barst ze in snikken uit. “Het is alsof ik nieuwe vrienden verlies” snikt ze. Wij nuchtere Hollanders weten niet zo goed raad met deze Amerikaanse emoties. We vertrekken hoe dan ook. Een mooie ervaring, veel om over na te denken en een tas met overgebleven koekjes rijker.
1 opmerking:
Lijkt me een enorm gaaf land!!
Een reactie posten