Aan alle
‘Avantagangers’,
Nu de marathon achter de rug is wilde ik jullie toch mijn ervaringen delen. Velen hebben de afgelopen maanden support geleverd op allerlei manieren, dus
lees onderstaande rustig door.
De aankomst
in Uganda was hartverwarmend. Met de nadruk op verwarmend. Het was wat klam,
maar na een paar dagen was ik daar redelijk aan gewend. In tegenstelling tot veel andere
(met name toeristische) landen waren de Ugandezen oprecht vriendelijk en had ik
mooie gesprekken. Het land zelf zag er prachtig uit. Ik wist direct waarom dit land
de ‘Parel van Afrika’ wordt genoemd. We deden de eerste dagen lichte trainingen
en moesten wennen aan de hitte en het eten. Er was professionele begeleiding
vanuit Nederland mee en ik deed alles wat zij adviseerden. Dan een banaan, dan
rijst, dan naar bed, dan 1.5
liter sportdrank, dan lopen, dan zus en dan zo. Ik wilde
er zoveel mogelijk aan doen om fit te blijven.
Bij de finish - Maarten uiterst rechts |
We
bezochten ook lokale dorpen en krottenwijken om te zien waar ons sponsorgeld
(totaal ruim 1 miljoen euro) terecht ging komen. Een van de dagen was ook
volledig ingepland voor het ontmoeten van medechristenen uit landen met
vervolging. Op een ‘geheime’ locatie kwamen we samen om hun levensverhalen te
horen. Daarnaast de bezoeken en gesprekken met getraumatiseerde Ugandezen.. die
raakten mij diep. Kinderen die hun ouders hebben moeten doden, andere kinderen
moesten vermoorden. Gruwelijke verhalen. Onder het beestachtige bewind van Idi
Amin en later Joseph Kony gebeurden verschrikkelijke dingen. En het dan nog
maar niet te hebben over aids, armoede en verkrachtingen. Ik kreeg kippenvel
van hun verhalen. Ook de dag die volledig in het teken stond van Open Doors was
er een om niet te vergeten. Met name in Islamitische landen zoals Somalië,
Egypte en het Midden-Oosten is de nood hoog. De dood wenkt ieder uur.
Christenen die om hun geloof alles zijn verloren... maar Christus zijn ze niet
verloren. Zijn wegen zijn soms moeilijk maar wat Hij doet is goed, dat was hun
diepste boodschap. Ze straalden van intens geluk. Hoe hoger de druk, hoe
dichter bij God. Hij werkt in Afrika!
Mijn visie
op de marathon versterkte en ik wilde fysiek alles geven wat ik had. Ik was
hier niet voor eigen succes, ik was hier niet voor de mooiste foto of het
uitdelen van ballonnen... ik liep hier voor gerechtigheid in een verscheurd
land. Ik was in Uganda voor deze mensen.
De dag voor
de wedstrijd was er een bijeenkomst met belangrijke Ugandezen. Het werd mij
duidelijk dat de marathon er niet zomaar eentje was. Het leger was op de been,
een helikopter met een piloot uit de UK stond standby, antiterreureenheden,
artsen uit het UMC en uit Uganda zelf. Ik wist niet wat ik hoorde.
Televisiestations deden live verslag, oud-wereldkampioenen liepen mee en in de
afgelegen streek waar wij liepen waren duizenden mensen op de been. “Heel
Uganda kijkt naar jullie” riep een politiechef met een batterij medailles op
zijn borst. “Het land staat op zijn kop” riep een ander.
De avond
voor de wedstrijd zorgde ik dat alles klaar lag voor de wedstrijd. Tape,
talkpoeder, gels, zout, kleding, hartslagmeter en ga zo maar door. Om 03:00 uur
eruit. Na het ontbijtje met de bus naar Adwari (het afgelegen dorp waar de
marathon plaatsvond). Bij aankomst in het dorp was het feest al begonnen.
Juichende vrouwen met palmtakken. Vandaag ging gebeuren waar ze al lang naar
uit hadden gekeken. Toen dus eindelijk de start. 06:00 uur en 25 graden. De zon
kwam op en het werd snel warm. Ik was expres achterin begonnen om zoveel
mogelijk mensen in te halen het eerste uur. Dat geeft extra energie.
Na de
eerste ronde van 21km kwam ik toch redelijk voorin te lopen. Ik wist dat er een
paar Ugandezen nog voor me zaten (waaronder een oud-wereldkampioen die mij veel
te hard ging) en een paar medelopers uit Nederland. De tweede ronde liep ik
13km alleen wat wel zwaar was, maar de mensen aan de kant en in de dorpen gaven
mij adrenaline als nooit te voren. Ik wilde alles geven wat ik had.
6km voor de
finish hoorde ik plots het geklapper van slippertjes naast mij. Ik zag een
kleine Ugandees naast mij die mee bleef rennen. Die jongen van een jaar of 17
deed er alles aan om mij bij te houden. Dat gaf zo’n goed gevoel. We liepen
samen richting de finish. Gesloopt kwam ik binnen. Na 1.5 liter cola en wat
biscuit kwam ik weer bij mijn positieven...
Het meest
onbelangrijke voor mij was de uitslag van de wedstrijd. Ik had het gehaald. Bij
de finish was een groot feest. Er werd gezongen en we maakten muziek. Dat
moment vergeet ik niet snel meer.
De marathon
heeft mijn ogen weer geopend, en ik hoop dat ze lang openblijven.
Hartelijke groeten,